Zelfs al is de techniek hier en daar wat onvoldoende, ja onbeholpen, toch treft altijd de eenvoud, natuurlijkheid, naïviteit van de bedoeling; een argeloos zuiver gemoed, dat tracht de eeuwige schoonheid van de natuur in geest en waarheid te doordringen en weer te geven. Koster brengt vervolgens lof aan Tony Artz die de moed heeft "een zoo oud en onbekend schilder te durven brengen". Ook konstateert hij, dat Mak's werk door de omgang met de schilder Hamel nieuwe impulsen heeft ondergaan. Tenslotte geeft hij dan enkele bijzonderheden over Mak's levensloop: "Al spoedig werd hij voor den handel bestemd; maar de kennismaking met den destijds te Schiedam wonende schilder N. Barnouw deed hem besluiten bij dezen knappen, gevoeligen kunstenaar in de leer te gaan. Na Barnouws dood kwamen er voor Mak moeilijke jaren, waardoor hij al thans gedurende eenige uren van den dag, vooral terwille van zijn moeder, weer op de kantoorkruk moest gaan zitten. De ambitie voor de kunst was tenslotte zóó sterk, dat hij voor goed al het andere liet varen om met het penseel zijn brood te verdienen. Zoodoende kon hij zich niet altijd vrij laten gaan; hij zag-ook door zekere schuchter heid - geen kans zijn kunst meer bekend te doen worden, waarmee ik vrijwel tot mijn punt van uitgang ben teruggekeerd. TENTOONSTELLINGEN Of het destijds ook al de gewoonte was om catalogi steeds van inleidin gen te voorzien, is me niet bekend. In ieder geval maakt de opmerking van de dichter-kritikus J. Winkler Prins, "voor zó ver ik uit de stapel katalogi die mij ten dienste staan", niet alleen benieuwd, maar roept vooral een gevoel van spijt op over het verloren gaan van zo veel bronnen materiaal. Mak heeft namelijk aan nogal wat tentoonstellingen deelgenomen, voor zover dat althans voor zijn Schiedamse periode valt na te gaan; over zijn Apeldoornse periode zijn (nog) geen gegevens bekend. Overigens was zijn deelname aan diverse tentoonstellingen - en dit lijkt enigszins in strijd met het wat navrante verhaal van Koster - niet zonder sukses. Zo blijkt Mak, volgens berichten in de Schiedamse Courant uit resp. de jaren 1880, 1881, 1882 en 1884, meerdere malen verkocht te hebben, o.a. op exposities te Kortrijk, Mons (Bergen, België) en Brussel, en werd hem op een tentoonstelling te Boston de hoogste onderscheiding voor zijn schilderijen toegekend. Al met al geen geringe verdienste.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1978 | | pagina 15