7
In dat jaar 1897 werd voor de eerste maal in Schiedams geschiedenis een
archivaris benoemd, en wel Jhr.Mr.Tj.A.M.A. Humalda van Eysinga, die
het archivarisschap als een nevenfunctie - hij was commies-redacteur ten
stadhuize - ging bekleden tegen een jaarwedde van f. 200,—. Geheel onbe
zoldigd ging het dus niet.
Wat nu verder volgt is de geschiedenis van het gemeentearchief, het
vorige verhaalde is de voorgeschiedenis. Misschien heb ik er te lang bij
stilgestaan, maar het verhaal was wel noodzakelijk om het waarom van
de geboorte van het gemeentearchief duidelijk te maken.
Bij de benoeming van Humalda van Eysinga in 1897 was er nog geen
eigen gebouw. Op 26 augustus van het zelfde jaar bracht de nieuwe archi
varis een rapport uit over de toestand van het oud-archief der gemeente.
Wij lezen daarin het volgende:
"Een gedeelte van het archief bevindt zich in den St. Joris Doele, een
ander gedeelte is geborgen ten Raadhuize in de kasten op de kamer van
den Burgemeester, plaatsen die toegankelijk zijn noch voor den Archivaris
noch voor het publiek. Weer een ander gedeelte, wellicht het belangrijk
ste, bevindt zich op den zolder van het bureau van politie, die veel te
klein en ook in andere opzichten geheel ongeschikt is tot bergplaats van
een archief als het onze.
Wegens de geheel ontoereikende ruimte zijn de boeken en registers daar
in dubbele, soms in drie dubbele rijen achter elkaar opgesteld, waardoor
het grootste gedeelte buiten bereik ligt en dus feitelijk aan zijne bestem
ming is onttrokken. Ook heeft dit ten gevolge gehad, dat het niet moge
lijk is geweest op gezette tijden de registers uitwendig te reinigen, het
geen overal elders, maar vooral in fabrieksplaatsen als Schiedam, tot in
standhouding en bruikbaarheid van het archief noodzakelijk is. In den
toestand, waarin de stukken thans verkeeren, bedekt als ze zijn met een
laag stof en roet, kan men ze niet aanraken zonder zich dermate te ver
ontreinigen, dat niet licht iemand tot het gebruik maken van ons archief
zal overgaan. Dat het archief dientengevolge volstrekt niet aan zijn doel
kan beantwoorden, behoeft wel niet nader te worden aangetoond.
Wat nodig is, aldus de archivaris, is de beschikking over een lokaal, ge
schikt voor de berging en het onderzoek. Hoeveel dit de gemeente zal
gaan kosten, is moeilijk te zeggen, maar "wanneer gedurende de eerste
jaren een som van f. 500,— beschikbaar wordt gesteld, kan men goede
resultaten van de regeling van het archief verwachten'Per inwoner
komt dat neer op 2,6 cent, aldus de archivaris, wat klopt wanneer men
de totale kosten ad. f. 700,- deelt met het aantal inwoners groot 26.000.