tot een ontoelaatbaar uitstel van de bouw. Bovendien stond het gemeen
tebestuur voor de noodzaak het nieuwe werkgebouw, gelet op de daar
mede gemoeide kosten, zo intensief mogelijk te benutten.
De nieuwe huisvesting werd gevonden in twee van de leegkomende pan
den van Gemeentewerken, de nummers 31 en 33 aan de Korte Haven.
Pand nr. 31 was indertijd uitgevoerd in gewapend beton en dus zeer ge
schikt voor de onderbrenging van het eigenlijke archiefdepot. Nr. 33 kon
worden ingericht als dienstgebouw. Besprekingen met de Inspecteur der
archieven volgden met als resultaat, dat Gedeputeerde Staten in 1973
goedkeuring verleenden voor de verbouwing en inrichting van een
archiefbewaarplaats in de beide panden. De Gemeenteraad had eveneens
in 1973 haar goedkeuring aan de plannen gehecht en het benodigde cre-
diet verleend.
Met de uitvoering kon niet gelijk worden begonnen, want gewacht moest
worden op de gereedkoming van het nieuwe stadskantoor en de ontrui
ming van de panden door Gemeentewerken, die naar het nieuwe stads
kantoor verhuisde.
Voorjaar 1975 was het zover, dat men begon met de verbouwing etc. van
de panden Korte Haven 31 en 33. Het omvangrijke werk omvatte onder
meer het wegbreken van muren, het dichten van doorgangen, het aan
brengen van dubbele beglazing, kluisdeuren en een brandtrap, en de
plaatsing van een personen- en boekenlift. Begin november waren de
werkzaamheden dusdanig gevorderd, dat op de 17e van die maand kon
worden gestart met de verhuizing, die werd uitgevoerd door de firma
Geijtenbeek te Utrecht. De verhuizing verliep vlot en werd op de 26e
voltooid. De werkruimten voor de ambtenaren en de studiezaal waren
toen echter nog niet klaar. In de maanden na de verhuizing vonden nog
allerlei werkzaamheden plaats, voornamelijk timmer- en schilderwerk,
maar nadat in september 1976 de studiezaal gereed was gekomen -
vertraagd door de te late levering van ficheskasten - kon eindelijk op 1
oktober d.a.v. het archief weer worden opengesteld voor het publiek.
Tegen alle verwachtingen in had de sluiting bijna een jaar geduurd.
De totstandkoming van het nieuwe pand betekent het einde van een on
houdbaar geworden toestand. Voor het eerst in de geschiedenis van de
gemeentelijke archiefdienst zijn alle archieven ondergebracht in een aan
de eisen der wet voldoend gebouw. Rekening houdend met een strak
doorgevoerde vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archief
bestanddelen, zullen de depots voldoende capaciteit bezitten om de aan
was van de komende decenniën op te vangen.
DE OMVANG
Op de convocatie staat als volgende punt genoemd de omvang van het