Nu de verzamelwoede van de archivarissen. Van het begin af aan hebben
zij er naar gestreefd de archieven van andere Schiedamse instellingen in
hun gebouw te krijgen. In dat streven zijn we in deze stad aardig geslaagd,
en ik mag zonder onbescheidenheid zeggen, voor al in de laatste tien jaar.
Om u een indruk te geven van de aard van deze niet-overheidsarchieven
(een lelijk woord), enige namen:
1. Bedrijfsarchieven: de distilleerarchieven van de Grauwe Hengst,
Rijnbende, Schade en Buijsing. En: het archief van Loopuijt, bankiers,
reders, distillateurs, kooplieden, vanaf het einde van de 18e eeuw.
2. Kerkelijke archieven: het archief van de Hervormde Gemeente van
Schiedam (kerkeraad, diakonie, kerkvoogdij), van de Lutherse ge
meente, van de RK parochie van de Lange Haven en de parochie van
St. Jacobus te Kethel.
3. Instellingen van weldadigheid: St. Jacobsgasthuis, voormalig Oude
Manhuis, weeshuis der Hervormden (Lindehof), RK weeshuis aan de
Hoogstraat (de Uitkijk), Hofje van Belois, Nieuwsticht, St.Vincentius-
vereniging enz.
Ik noem alleen maar enige grote; daarnaast zijn er veel kleine, soms maar
bestaande uit de inhoud van één archiefdoos.
Al deze, meest in bruikleen van de eigenaar overgenomen archieven, noe
men we gedeponeerde archieven.
Waarom verzamel je al deze papieren? Omdat ze alle voor de geschiedenis
van de stad van belang zijn. Elk immers bevat een ander facet van het
leven in vroegere, soms zeer recente dagen.
Ik zie deze verwerving als een der taken van de archiefdienst. Met een
duur woord duiden we deze taak aan als het acquisitiebeleid.
De aanwezigheid van de bibliotheek, foto- en prentenverzameling, de ge
deponeerde niet-overheidsarchieven - en laten we de krantenverzameling
(lopend vanaf 1847) niet vergeten - deze alle maken dat het gemeente
archief meer is dan een verlengstuk van de secretarie.
Zij maken - tesamen met de overheidsarchieven -, dat het gemeente
archief funktioneert als een culturele instelling van de stad, met als speci
aliteit de geschiedenis. Een unieke instelling bovendien, omdat het
meeste aanwezige materiaal onvervangbaar is, uniek. Het gemeentebe
stuur deelt deze opvatting en heeft terecht de dienst ondergebracht in de
portefeuille van de wethouder voor culturele zaken.
Tot zover de omvang van het archief.
Einde 2e aflevering.
DRS. G. VAN DER FEIJST