Molen "de drie Koornbloemen"
17
De 'Drie Koornbloemen' is een van de vier grote en zware brandersmo
lens die Schiedam nog over heeft van de negentien korenmolens, welke
men zo rond 1800 in onze stad kon tellen.
Van de vier van nu (de 'Noord', de 'Vrijheid', de 'Walvisch' en de 'Drie
Koornbloemen') is de laatste de oudste. De molen is gebouwd in 1770
en was de eerste van een tweede bouwperiode van brandersmolens rond
de oude stad. Op de kaart van Rutger van Bol-Es uit 1770 kunnen we
zien, dat deze molen anders getekend is dan de rest van de molens.
Waarschijnlijk was dit deel van de kaart al klaar en is deze molen er bij
de voltooiing of later bij getekend.
Zeventienzeventig dus, en om precies te zijn: de eerste steen, voorstellen
de drie korenbloemen, werd gelegd door Joh.s. Braamkamp op 16 mei
1770.
Eén eigenaar was er niet. Zoals gebruikelijk bij de meeste brandersmolens
werd de molen opgericht door een stel branders. Het stichtingskapitaal
(tussen de f. 10.000,— en f. 15.000,— voor zo'n molen) werd verdeeld
in tweeëntwintig tot zesentwintig porties. Elke brander nam een aantal
porties, evenredig aan de maalbehoefte van zijn branderij.
Zo bestond het stichtingskapitaal van de 'Drie Koornbloemen' uit 26
porties, verdeeld over achttien branders. Deze branders, het zogenaamd
Compagnieschap van Geïntresseerden, waren dus gezamenlijk eigenaar
van de molen. Ze hadden meestal vijf volwassenen en drie jongens in
dienst 'aan de molen', verdeeld over de volgende funkties:
de molenbaas
de steenknecht (samen met de baas bij de molenstenen en op de
balie om de molen te bedienen)
de weger (deze deed niets anders dan het afwegen van de zak
ken meel)
de lui-jongen (deze bediende het luiwerk hijswerk waarmee
de zakken mout en rogge naar boven werden geluid)
de aanslagjongen (voor het aanslaan vastmaken van de zakken
aan het luitouw)
Daarnaast had iedere molen zijn molenwagen met een span paarden 1 h
Op de wagen zaten de meesterknecht en twee wagenjongens.
Vergeleken met de situatie anno 1979 op de molen 'Vrijheid', waar maar
twee molenaars in vaste dienst zijn, komt het aantal van acht personen
wel wat 'aan de ruime kant' over. Ze hadden het waarschijnlijk toch
drukker dan hun huidige kollega's. Dit verschil komt door de funktie van
de molens.
1) Zie ook: Scyedam jaargang 3 - nr. 6 - Dick Bouw 'Molenpaarden'.