21
Na deze restauratie werd op de eerste zolder een speciale stenenbrekerij
opgesteld voor het malen van natuursteen op windkracht.
Een sukses was dit echter niet.
RESTAURATIE
In 1956 werd de molen gekocht door P. van Voorden, die een veevoeder
bedrijf begon. Tot 1970 werd er nog wel eens van de wind gebruik ge
maakt, waarbij molenaar Willem Jongste, vroeger molenaar bij Bregman
in Kethel, zich nog een enthousiast windmulder betoonde. In 1970 ech
ter werd de binnenroe wegens slechte staat verwijderd en stond de molen
definitief stil.
Het malen geschiedt vanaf dat moment uitsluitend met een hamermolen
op de eerste zolder, terwijl het oude maalgedeelte van de windmolen
geen dienst meer doet. Het werd een domein voor spinnen, torren,
duiven enlekwater.
De gemeente Schiedam wil de molen echter in elk geval behouden en na
een lange overlegperiode verkoopt Van Voorden de molen aan de ge
meente.
Een restauratieplan wordt opgesteld - de kosten blijken zeer hoog, maar
uiteindelijk wordt er in 1978 toch opdracht gegeven aan molenmaker
H.J. Verbij uit Hoogmade om met de restauratie te beginnen.
In de tussentijd zijn de Schiedamse molenvrijwilligers - om de kosten
toch nog iets te drukken - met poepschrappen, vegen, stoffen en oprui
men van oud hout begonnen.
Als alles meezit zal de 'Drie Koornbloemen' in de zomer van dit jaar weer
volop kunnen draaien. Aan de Schiedamse molenvrijwilligers zal het in
ieder geval niet liggen - eens zullen alle vier de molens elke zaterdag weer
lustig draaien
Tot zover de 'Drie Koornbloemen'.
Een leuke wetenswaardigheid is misschien nog wel, dat dit verhaaltje in
de nachtelijke uren geschreven is naast de maalbak van een lustig malen
de 'Vrijheid', waaruit mag blijken, dat naast de gebruikelijke rust-, rouw
en vreugdestanden ook het soms noodzakelijke nachtmalen weer in
Schiedam is teruggekeerd.
R. BATENBURG
molenaar op de 'Vrijheid'
Voor meer informatie over de Schiedamse molens is er 's zaterdags op
molen 'De Vrijheid' de brochure 'De Brandersmolens van Schiedam' te
koop - kosten f. 2,50.