Gusto
5
Zoals u inmiddels uit de plaatselijke pers - die overigens veel aan het
mogelijke behoud bijgedragen heeft - kon vernemen, heeft de Histori
sche Vereniging het nodige ondernomen om de gemeente er van te over
tuigen, dat het kantoorgebouw en minstens één werkplaatshal van de
v.m. scheepswerf Gusto op de definitieve lijst van monumenten geplaatst
zou moeten worden. Het heeft niet mogen baten. Daarmee is overigens
nog niet alles verloren. De definitieve beslissing moet nog genomen
worden. Bovendien hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zich
reeds uitgesproken vóór plaatsing op de monumentenlijst.
De vraag rijst, zo kunnen we ons voorstellen, in hoeverre we in deze na
mens de leden gesproken hebben. Tijd om allen te raadplegen ontbrak
namelijk. We handelden echter geheel in overeenstemming met onze
doelstellingen zoals vervat in de statuten. Tevens werd onze handelwijze
bepaald door de principiële vraag, of een industriegebouw als Gusto
monumentwaardig is en te rekenen valt als een voorbeeld van industriële
architektuur. Dit - voorlopig - even los van de praktische overweging of
het financiëel haalbaar zou zijn. Daarom ook betreuren we het, dat zelfs
het tussenvoorstel van raadslid Engelsman, namelijk, ga akkoord met
voorlopige plaatsing en bekijk over enkele jaren de situatie opnieuw, niet
door de raad aangenomen werd. Ook te betreuren, zo niet te laken, viel
het vooropgezette karakter van het collegevoorstel en de zwakte van
sommige gehanteerde argumenten. Gezwegen dan nog van het IHC-
rapport. Dat naast de zuiver architectonische erkenning van deze indu
striepanden ook nog een sociaal, of zo men wil, een emotioneel motief
meespeelt, is ook wel duidelijk. Gusto verschafte destijds door zijn
vestiging een forse injectie aan de dalende werkgelegenheid in de een
zijdig op de (aflopende) brandersindustrie gerichte stad. Het produkt dat
door deze werf geleverd werd, was evenzeer als eens de jenever, de trots
van Schiedam en haar arbeiders.
Een belangrijke rol in de beslissing spelen de mogelijke bestemminggen,
die aan een (toekomstig) monument gegeven kunnen worden. De vereni
ging deed wat dat betreft reeds enkele suggesties. Ook andere belangheb
benden lieten inmiddels hun stem horen.
Hopelijk volgen nog meer steunbetuigingen, liefst direkt gericht aan de
staatssecretaris van C.R.M.
Gusto valt nog te redden! Laten we daar van overtuigd zijn. Evenals van
het feit, dat over honderd jaar een werkplaatshal wel eens even bijzonder
zou kunnen zijn als een brandersmolen nu!
DE REDACTIE