9
zowel de archiefbestanddelen als het prenten-, tekeningen- en kaarten-
materiaal. M.a.w. de materiële verzorging van al het aanwezige.
Deze taak omvat aldus het restaureren van daarvoor in aanmerking ko
mend materiaal en het bindwerk van oude registers, maar ook van boe
ken en tijdschriften. Wij hebben geen eigen binder-restaurateur en be
steden het werk dus uit.
Het binden - en vooral het restaureren - is belangrijk werk. Groot vakman
schap is hier vereist. Schimmel en zuur tasten het papier aan. Maar hoe
wel de vakman dit proces van verval kan tegenhouden, toch kan men niet
eindeloos een stuk restaureren. Daarom is restauratie toch geen afdoend
middel tot conservering van de documenten. Beter is het om gevaarlo-
pende bestanddelen uit de roulatie, uit het gebruik te nemen. Dat hoeft
tegenwoordig niet in strijd te zijn met het tweede principe: dat van de
toegankelijkheid, van de openbare raadpleging.
Immers, veel geraadpleegde stukken, zoals de doop-, trouw- en begraaf-
boeken, de notariële akten en de kranten, kunnen worden beschermd
door de vervaardiging van microfiches. De bezoekers krijgen dan niet
meer de originelen in handen, maar de microfiches of microfilms. Met
behulp van leesapparatuur kan dan de tekst gelezen worden.
Naar ik hoop zal volgend jaar gestart kunnen worden met de vervaardi
ging van microfiches. Knelpunt is het bedienend personeel, maar naar het
er nu naar uitziet, zal hiervoor een oplossing worden gevonden.
De ontsluitende taak.
Wil een archief toegankelijk zijn (in de zin van gebruikt, geraadpleegd te
kunnen worden), dan dient een ordening van de delen en losse stukken
plaats te vinden. Met een ordeloze berg papier doe je niet erg veel
De voornaamste ordeningen zijn in het kort samengevat de volgende:
Inventarisatie
Deze bestaat uit de vervaardiging van een systematische beschrijving van
de inhoud van het archief (volgens bepaalde regels, afhankelijk van de
aard van zo'n archief), voorzien van een inleiding (waarin zijn opgeno
men de geschiedenis van het archiefvormende orgaan en een verantwoor
ding van de toegepaste inventarisatie), en de nodige trefwoorden op de
tekst. Zonder zo'n inventarisatie is een archief niet of nauwelijks te raad
plegen. Momenteel is in bewerking het 19e eeuwse secretariearchief
(van 1815 tot ca. 1950), een reusachtig karwei, waaraan reeds vele jaren
wordt gewerkt. Overigens is op het punt van inventarisatie een achter
stand aanwezig, veroorzaakt o.a. door personeelsgebrek en door de over
name van veel, niet-geinventariseerde archieven en archiefjes. Hier ligt
nog een taak voor vele jaren te wachten.
