Met en zonder paardetram
De geschiedenis van de fotografie kent enkele frappante voorbeelden
van werkelijkheidsvervalsing. De bekendste gevallen zijn waarschijnlijk
wel de twee foto's, waarop resp. Trotsky en Dubcek eerst wel en later
niet voorkomen, Andere, gewijzigde politieke inzichten hadden het wen
selijk gemaakt, dat de beide heren uit het beeld verdwenen.
Dat is het moment, waarop de man met het retouchepenseeltje in aktie
komt. Met veel geduld en vakmanschap worden met kleine stipjes re-
toucheerverf onwelgevallige personen weggewerkt. Als de eerste, de
oorspronkelijke foto er al niet geweest was, zou van hun bestaan op dat
moment en die plaats nooit sprake geweest zijn.
Ook het tegendeel is bekend: dankzij de retouche kunnen vlekken, rim
pels of andere tekortkomingen in het uiterlijk schoon worden weggewerkt.
Het illustreert hoe een op het oog neutraal en dus onverdacht medium
als de fotografie gemanipuleerd kan worden. Ten goede of ten kwade.
Of bij de hiernaast gereproduceerde ansichten sprake is van goed of
kwaad, kan buiten beschouwing blijven. Enige aanleiding tot het re
toucheren is waarschijnlijk gelegen in de commercie.
Wat bleek namelijk toen deze kaart van het Emmaplein eenmaal op de
markt was: dat de paardetram zo ongeveer aan zijn laatste rit bezig was
en dat opheffing van het weinig rendabele lijntje (van Station naar Hoofd
plein v.v.) het enig overgebleven middel was om uit de rode cijfers te
komen.
Maar de uitgever, de Schiedammer H. v.d. Kooy, zat toen wel met een
kaart, die niet meer met de werkelijkheid overeenstemde en die daardoor
voor kritische kopers wellicht niet meer zo aantrekkelijk was; de paar
detram reed immers niet meer, dus klopte het niet.
Er werd bijgevolg naar het retouchepenseeltje gegrepen.
Stipje voor stipje verdween Schiedams eerste openbare vervoermiddel
van de aardbodem, de wuivende meisjes ter rechterzijde met een blank,
opvallend leeg wegdek achterlatend. Geen spoor meer - letterlijk -
viel er te bekennen.
Of een dergelijke handelwijze - het retoucheren van de tram en het op
nieuw afdrukken van de kaart - goedkoper was dan het maken van een
nieuwe foto en kaarten, is de vraag. Met het feit, dat het gebeurde is
het antwoord al gegeven. Trouwens, al zou het duurder geweest zijn,
we zijn er Van der Kooy dankbaar voor. Onbedoeld verrijkte hij Schie
dams beeldende geschiedenis met een toch vrij zeldzaam voorbeeld van
de retouchepraktijk. Kortom, twee kaarten die geen enkele verzamelaar
zou willen missen
CEES VAN DER GEER