kansel wat petiterig is uitgevallen en de kleine, erg dikke luifel van de
régeringsbank wat merkwaardig aandoet.
De kaarsenkronen echter geven misschien enig houvast bij het zoeken
naar de datering van de schets. Ze waren n.l. aanwezig tot 1846. In dat
jaar werden ze, samen "met enig ander koperwerk", van de hand gedaan.
Ze werden vervangen door giet-ijzeren kronen, geschikt voor olielamp
verlichting. Waarschijnlijk werd de schets dus vóór 1846 gemaakt.
Een tweede aanwijzing ligt mogelijk in het volgende:
De schets maakt op mij de indruk, dat de tekenaar grote nadruk heeft
gelegd op het vaste kerkmeubilair, méér dan op de architectuur van het
gebouw. Van enige doorkijk naar noorder- en zuiderzijbeuk is geen
sprake. Alle aandacht valt op kansel en doophek, waar tegenover de
regeringsbank en, tegen de achtergrond van koorschot en Tien Geboden
bord, de notabelenbank.
Hoe vaag de tekening ook is, toch is vooral op de notabelenbank te
constateren dat de guirlande-ornamentatie op de rugpanelen geheel over
eenkomstig de nog bestaande werkelijkheid is weergegeven.
Kansel en doorphek bevonden zich al sedert resp. ca. 1550 en 1642 op
de plaatsen die zij tot 1945 innamen: aan en rond de vierde zuidelijke
kolom, gerekend vanaf de toren. (Boven de kanselkuip die zeszijdig is,
hing sedert 1672 een achtzijdig klankbord; het jaartal stond op de achter
zijde).
Wanneer in 1782/83 de vervanging-herbouw van de noordelijke kolom-
menrij aan de gang is, wordt besloten tot het maken van nieuwe banken
voor de gezagsdragers. De tekeningen voor deze zijn van de hand van de
stadsarchitect Rutger van Bol'Es. De vervaardiging ervan wordt opgedra
gen aan Gerrit Veth, terwijl de versieringen gesneden worden door de
beeldhouwer Dubbelens.
De noordelijke kolommenrij, die nog uit het begin van de 15e eeuw
dateerde, vernieuwde men volkomen naar het voorbeeld van de laat 15e
eeuwse zuidelijke kolommenrij. En wel "met hun basementen geheel van
Metselsteen zullende de capitteelen half capitteel van hardsteen moe
ten gemaakt en zoo veel mogelijk met het selfde ornament versiert wor
den, als de Pijlaaren aan de Zuijdzijde, gelijk meede deselve drie duijmen
dikker als de Oude over haar diameter gemaakt moeten worden".
Om één van de zo in doorsnee zwaarder geworden kolommen, n.l. die
tegenover de kansel, wordt de nieuwe regeringsbank geplaatst. Hij blijkt
het "overdekt gestoelte van den Regeerenden Baljuw en Burgemeesteren
gemaakt 1684 waer voor de scheepenen hunne zitplaetze hebben" te
vervangen. Op zijn beurt had deze bank uit 1684 een nog oudere vervan
gen. In 1534 blijkt iemand, tot straf voor een vergrijp, tijdens de hoogmis