drijf- en zinkhout te doen approbiëren en ter dien eynde eener door
snijding in den weg langs de Nieuwe Haven te doen maken en derzelve
met een behoorlijke brug te doen dekken,
Dit alles tegen een betaling van f. 1.500,- aan de stad.
Hier is sprake van het Balkengat 1Men maakte namelijk in dié tijd be
zwaren tegen het opslaan van balkhout en vlotten in de Nieuwe Haven,
aangezien dit de scheepvaart belemmerde.
In een akte van 19 april 1800 spreekt men van 'een waterkolk tot berging
van drijff- en zinkhout, geleegen achter de huizinge van Jan Volman be
nevens staande aan de Havenweg in het Frankenland dezer stede. En heb
bende een toegang naar de Nieuwe Haven door zeekere toebehoorende
(etc.)'.
WIJK DEN TOORN
Op 19 april 1800 'compareerde Maarten van Wieringen Pietersz. woonen-
de alhier, dewelke verklaarde bij donatie intervivos of gifte onder de lee-
vende te schenken, geeven en vereeren aan zijne dochter Jannetje van
Wieringen, huisvrouw van Jacob Poort, meede woonende alhier, de helft
in zekere houtzaagmolen genaamd "Wijk den Toorn" met alle deszelfs
gereedschappen en sluitboomen, paard, wagen en hetgeen verder daartoe
behoort, alsmeede het woonhuis, houtlootzen, knegtshuizinge en erve,
alles staande en gelegen annex en nevens den anderen aan het Nieuwerk
dezer stad op no: 1428, belend ten noorden Leonardus den Beer en ten
zuiden stadsgrond, strekkende voor van de straat tot achter aan de
Nieuwe Haven, zijnde voor het geheel belast met een jaarlijkse erfpacht
van vijf en dertig guldens, welke de gedonateerde voor de helft tot haar
lasten moet nemen. Voorts de helft in een houtzaagmolen en erve ge
naamd "de Vlijt", staande en gelegen aan de Oostzijde van de Buitenha
ven dezer stad, met een waterkolk tot berging van drijff- en zinkhout
daaragter, en welke eene toegang heeft door zeekere doorsnijding in de
weg tot de genoemde Buitenhaven, doch welke doorsnijding deeze stad is
toebehoorende.
In deze akte wordt voor het eerst de naam "Wijk den Toorn" genoemd.
Dirk van Essen, eigenaar van de andere helft van de beide molens (hij was
gehuwd met Maria Buitelaar, eerder weduwe van Leendert van der Lin
den) schonk zijn part aan Pie ter van der Linden, zoon uit het eerste hu
welijk van Maria Buitelaar.
1) zie ook Scyedam, 2e jaargang nr. 3, pag. 11 "Een Straatnaamsteen" door A. Gordijn.