Simon Rijnbende (1777 -1853)
15
Bij mijn weten heeft nog nooit iemand uitgeroepen: "Schiedam, c'est
moi ofschoon het mij niet zou verbazen indien de heer Simon Rijn
bende zulks niet vaak heeft gedacht. Het gaatje tenslotte niet in de kou
de kleren zitten als je meer dan een halve eeuw nauw bij het bestuur van
een stad bent betrbkken en bovendien veelvuldig met eerbewijzen wordt
overladen. Wie hem goed kende, zoals zijn schoonzoon Dr. Adrianus
Maas - die na Rijnbende's dood in het Schiedams Jaarboekje een uitvoe
rig artikel aan hem wijdde - wist hoe eerzuchtig hij was en dat, als hij op
iets zijn zinnen had gezet, je de driftkop beslist niet voor de voeten
moest lopen. Niettemin stond hij over het algemeen bekend als een
"beschaafd en innemend man" met "behagelijke, minzame en vrijmoe
dige manieren"; een man ook die van geen schipperen wilde weten.
Simon Rijnbende werd op 28 maart 1777 te Schiedam geboren als zoon
van de koopvaardijkapitein Jan Rijnbende en Antje Wuijster. De familie
Rijnbende, die haar bakermat in Maassluis heeft, had alhier op het einde
van de achttiende eeuw de reputatie van een "deftige" familie te zijn,
alhoewel niet aanzienlijk genoeg om tot het patriciaat van de stad te be
horen.
Op negenjarige leeftijd voer Simon Rijnbende als kadet mee op "de Maas-
nymph", waarvan zijn vader gezagvoerder was. Toen Jan Rijnbende in
1786 het bevel kreeg over 's lands fregat "de Oranje-Zaal", werd ook zijn
zoon daarnaar overgeplaatst. Het was een zeer avontuurlijke reis die va
der en zoon op dat schip maakten. Het optreden tegen zeerovers onder
Riouw bij Malakka zal op de jonge Simon waarschijnlijk wel de meeste
indruk hebben gemaakt. Na langdurige omzwervingen over de wereld
zeeën keerden ze in 1789 naar het vaderland terug.
Nu was het zaak om serieus over de toekomst van Simon te gaan denken.
Jan Rijnbende, zelf lid van de kamer van koophandel, wist maar al te
goed hoe belangrijk de moutwijnindustrie voor Schiedam was, en dat je
kostje was gekocht als je daarin een goede plaats wist te veroveren.
Simon werd in de leer gedaan bij Hermanus van Bol'es, met wiens doch
ter Wilhelmina hij in 1795 zou trouwen.
Al in 1793 begon Rijnbende (hij was door de Staten van Holland en
Westfriesland meerderjarig verklaard) zelfstandig het distillateursvak uit
te oefenen, daarbij onder meer geholpen door zijn vader en schoonvader.
Door deze distilleerderij, sinds 1835 "Simon Rijnbende en Zonen", bezit
de naam Rijnbende nog altijd een bekende klank.
In het jaar van zijn huwelijk met Wilhemina van Bol'es trad Simon Rijn
bende in dienst van de stedelijke schutterij, waarin hij al spoedig tot de
hoogste rangen opklom en waarin hij, met onderbreking, tot 1820 aktief
was.