4 Zijn nagelaten werk, bestaande uit honderden afschriften van archief stukken, genealogieën (later door het Centraal Bureau voor Genealogie op microfilm vastgelegd) en plakboeken met kranteknipsels, kwam op het gemeentearchief terecht. Om het werk van Abma aan de vergetelheid te ontrukken is de redaktie voornemens een aantal van diens publikaties in 'Scyedam' op te nemen. In dit nummer starten we met twee kleinere artikelen, welke resp. op 19 januari en 3 december 1955 in de Nieuwe Schiedamsche Courant zijn verschenen. REDACTIE HET TESTAMENT VAN DE KLOPZUSTER ANNA JANS In een enquête uit de zeventiende eeuw door het Hof van Holland te Gouda ingesteld naar de betekenis van de talrijke klachten van de predi kanten over de 'verontrustende' activiteiten van de 'doppen' staat: "dat d'selve doppen ongelooffelijck stout sijn en meer schaade den Lande ende der Religie doen als alle de Paepen." Uit deze enquête blijkt overduidelijk, dat de klopjes zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de belangen van de Kerk en van de gelovigen in deze jaren van verdrukking. Zij vormden een vrouwelijk keurkorps, dat onder de moeilijkst denkbare tijdsomstandigheden heeft gestreden. Van zo'n moedig en werkzaam klopje binnen onze stad von den wij dezer dagen een testament, waarvan de inhoud zeer interessant is. Het testament betreft hier het klopje Anna Jans, wonende te Schie dam. Waar zij geboren was en waar haar woning stond, is ons jammer genoeg niet bekend. In genoemd testament wordt wel vermeld, dat zij samenwoonde met de jongedochter Franschoysge Peters Lamoine, ver moedelijk ook een klopje, doch die ons verder geheel onbekend is. Het klopje Anna Jans - d.w.z. dochter van Jan - compareerde 8 december 1644 voor de te Schiedam residerende notaris Jan Wilsoets tot het maken van haar testament. Zij is een "bejaerde dochter, zieckelijk van lichaeme, ende woonende binnen deser stede Schiedam". Haar woonplaats wordt verder niet aangeduid en haar leeftijd zal waarschijnlijk gelegen hebben tussen de 65 en 80 jaren. Alvorens haar universele erfgenamen te benoe men, vermaakt zij eerst enige legaten aan bovengenoemde Franschoysge Peters Lamoine, een jongedochter die bij haar inwoont. Het eerste legaat betreft enig beddegoed en enige klederen "ten lijve ende rugge van haar comparante behoorende". En dan legateert en bespreekt de Testatrice Anna Jans aan genoemde Franschoysge Peters Lamoine: "alle de bancken tot het school behoorende, namentlijck vier blaeuwe backen met leunen, twee roode sonder leunen, een schrijftaeffel met vier beenen, een flon-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1979 | | pagina 4