5
Dan werd een orgel gebouwd in de Franciscanerkerk St. Antonius
Lodewijk, dat in 1870 werd vervangen door een nieuw orgel van Rütter,
Kevelaer.
Bovengenoemde instrumenten hadden alle twee klavieren en (aangehan
gen pedaal.
Een 1-klaviers instrument is nog aanwezig in Ankerveen R.K. Kerk
(1826) zij het in geschonden staat en een zeer merkwaardige opstelling.
Na de dood van Wander Beekes (tijdens de verplaatsing van het oude
Niehof-orgel uit de Nieuwe Kerk te Delft naar Oudewater) zet zoon
Machiel de orgelmakerij voort, eerst in Utrecht, later in Delft.
Nieuwe orgels worden door hem niet gebouwd. Zijn werk bestaat uit
onderhoud, stemmen en (kleine) reparaties. Bij zijn overlijden wordt als
beroep "pianostemmer" vermeld.
Zoals reeds eerder aangegeven is bijzonder weinig archiefmateriaal be
schikbaar, zodat het originele contract met Beekes niet achterhaald kon
worden. Wél komt in het kasboek 2) voor, in de jaren 1835 - 37, een
betaling aan W. Beekes van f. 50,- per jaar, zijnde interest over f. 1000,-
a 5 procent per jaar.
In april 1837 wordt aan hem f. 1000,- betaald. Misschien de laatste ter
mijn van het orgel
Overigens verdiende in die dagen de orgeltrapper f. 15,- per kwartaal en
de organist f. 75,- per kwartaal.
Uit het kasboek blijkt ook, dat Beekes een onderhouds- en stemkontrakt
had voor f. 25,- per jaar, sinds juni 1835, wat later verhoogd werd tot
f. 35,- per jaar.
Na zijn dood in 1838 wordt het stemkontrakt overgenomen door zijn
zoon Machiel, vanaf 1842 in Delft woonachtig 8 F
Interessante gegevens vinden we in de notulen van 25 - 5-1842, waaruit
blijkt, dat dit eerste orgel een rugpositief bezat. (Weliswaar loos, maar
daar kom ik later nog op terug.) Hier staat: "Is gelezen eene missieve van
de Heeren Directeuren van het Zangchoor dezer gemeente en van het mu
ziekgezelschap, daarbij voordragende om het rugpositief of het zooge
naamde Kleinorgel niet meerder te plaatsen (lees: handhaven), maar de
Balustrade door te laten gaan, teneinde alzoo bij het uitvoeren van
Muziekstukken het gebrek aan de noodige ruimte te verhelpen".
Dit verzoek is ook nog aan Tollus, architect van de kerk, voorgelegd, die
echter geen bezwaren had.
Op 10 - 8 - 1842 wordt goedgevonden de waarde te vragen aan Machiel
Beekes, teneinde "waardevermindering en beschadiging van hetselve te
voorkomen".