Het nooit geleverde orgel
7
Op de vergadering van 15 september 1870 brengt Pater Grapel 10 Mn
herinnering dat "nadat reeds lang de behoefte aan een nieuw orgel in de
kerk zich had doen gevoelen, in de laatste jaren de zucht tot daarstelling
zich meer en meer begon te openbaren. Dewijl daarvoor evenwel eene
groote som gelds benoodigd was, moest eenige gewichtige gebeurtenis
worden afgewacht, om dien van de Katholeiken van Schiedam bijéén
te krijgen. Hij kwam tot het denkbeeld om bij geleegenheid van het feest
dat de Eerw. Heer Pastoor van Ewijk op 16 juni 1870 zou vieren, zijne
weleerw. heer door zijne parochianen en andere vrienden de gelden tot
bedoeld einde benoodigd, te doen aanbieden.
Dat het den beminden Herder niet gegeven is geworden, zijn zilverfeest
als pastoor van Schiedam op 16-6-1870 te vieren, betreurd door een
ieder en wij niet in het minst, maar evenzeer moest door ons het meest
worden gevreesd, dat de dood van genoemde pastoor) tengevolge zou
hebben, dat het plan voor het nieuwe orgel, waarvoor groote sommen
waren ingeschreven of toegezegd maar niet voldaan, thans niet zou kun
nen worden verwezenlijkt. Was het geschenk aanbieden thans onmogelijk
gemaakt, het orgel worde -zoo wilde men - opgerigt als een monument
ter dankbare nagedachtenis van smans ijvervol en onvermoeid leven
onder ons".
De orgelmakers hadden kennelijk ook ergens lucht van gekregen. Er
komt een aanbieding van de Gebrs. Adema uit Amsterdam voor het ma
ken van een orgel en I.A. Oor uit Roermond voor het maken van de kast.
Deze aanbiedingen worden voor kennisgeving aangenomen (notulen
21-12-1870).
Tevens blijken er in begin 1871 kontakten meteen orgelmaker Vermeu
len te zijn. Op 1-6-1871 wordt besloten een commissie van deskundi
gen, bestaande uit de Heeren Kühne (organist van de kerk), Litzau en
Marinus uit te nodigen naar "Huissen, of zoo zij het nodig oordeelden,
naar Elberfeld te gaan en het orgel van den Orgelmaker Vermeulen te
onderzoeken en daarover rapport uit te brengen".
Het bestek en de dispositie van het Huissense orgel heb ik terug kun
nen vinden 1 O. Overigens is het wel leuk te weten, dat dit orgel nog zo
nieuw was, dat de eindkeuring nog niet had plaatsgevonden. Dit gebeurde
pas op 5-2-1872 door: "De Groot, frater in het Dominicanerklooster
alhier, en Maarschalkerweerd Zn., Utrecht", die concludeerden:
"dat het orgel in allen deelen voldeed en als goed en deugdzaam werk
kon worden aanbevolen12 Dit orgel bestaat niet meer. Het is in de
laatste oorlog samen met een groot gedeelte van de kerk vernietigd. Het
orgel in Elberfeld, waar sprake van is, heb ik niet nader onderzocht.