16 tallen jaren mee, het bewijs is aan de Hagastraat nog te zien. Voorzover bekend bestaat er nog slechts één huis in Oegstgeest waar de pan op ligt. De fraaie dakbedekking verhult echter niet de eenvoudige uitvoering van de huisjes. Toch is met afwisseling in gevelvormen van woonhuis, winkelbedrijf of fabriek een levendig beeld te scheppen, zoals dat met name in de Hoofdstraat en aan de Nieuwe Haven is geschied. Naast woonhuizen kon in vroeger tijden ook makkelijk een stoomkorenmolen verrijzen, een pakhuis of branderij. Het is opnieuw H. P. Nolet, die een verzoek indient om achter zijn huisjes een stoom korenmolen op te richten. De vergunning werd verleend, maar de molen kwam er toch niet. Wel een ander modern bedrijf, een fabriek voor het maken van gas. In 1857 werd deze opgericht als gemeentelijke instelling en niet lang daar na werd gas geleverd voor de verlichting van de lantaarns. In 1860 werd paral lel aan de Nieuwelaan de Westerhaven gegraven en spoedig volgde de bouw van vele branderijen, mouterijen en distilleerderijen aan de kade. In de kleine, lage huisjes komen dan vele brandersknechts te wonen. Nu, ruim 100 jaar later, verdwijnen al die bedrijfspanden en met hen talrijke woonhuizen. De gasfabriek behoeft geen rommel en herrie meer te maken om aan gas te komen. De bedrijvigheid vindt grotendeels plaats op het kantoor sinds de aanvoer van het aardgas en zelfs deze administratie zal gaan verhuizen. De branderijen aan de Willemskade, die de laatste jaren de verffabriek Veveo huisvesting boden, zijn al tegen de vlakte gegaan. De mengeling wonen, werken en winkelen in dit gebied zal waarschijnlijk via de stroomlijnen van bestemmingsplannen geheel ophouden te bestaan. Dan is het echt geschiedenis geworden. A. Gordijn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1979 | | pagina 16