daartegen te procederen. Jillis kwam en werd direct gearresteerd. Want het
mocht dan wel enige jaren geleden zijn dat er een arrestatiebevel tegen hem was
uitgevaardigd, hij was nog steeds een gezochte 'misdadiger'.
Hoofdofficier Pielat van Bulderen kon tevreden zijn. Eindelijk had hij dan 'zijn'
sodomieter te pakken! Hij liet er geen gras over groeien en begon hem al op
maandag 13 september te verhoren: ondervragingen waarin hij de 'beklagens
waardige gevangene' het vuur na aan de schenen zou leggen.
De verhoren van Jillis Bruggeman zijn wel opgetekend, doch niet op de plaats
waar men zulks gewoon was te doen, n.l. in de zogenaamde 'Interrogatoriën-
boeken'. De bewuste stukken werden apart in een proceszak (deze is nog aan
wezig) bewaard, want Bruggeman had zoveel zondigs opgebiecht dat de neer
slag daarvan zeker niet onder de ogen van Jan en alleman mocht komen.
Laten we nu eens zien welke vreselijke schanddaden de misdadiger opbiechtte!
Al op zijn vijftiende had hij zich aan sodomie schuldig gemaakt. Dat was met
de toentertijd veertig jaren oud zijnde inwoner van Waverveen Arij de Lek.
Hun vaartuigen lagen toen naast elkaar aan 'de Uithoorn'. Na enige glaasjes
jenever te hebben gedronken, werd Jillis door Arij 'aangevat', waarna hij hem
begon te zoenen en zijn 'schamelheid' bloot te maken. Nadien had hij Arij niet
zo vaak meer gezien en meende hij te weten, dat hij inmiddels overleden was.
Natuurlijk werd Jillis ook uitgebreid verhoord over zijn relatie met Scheur
kogel. Ook Scheurkogel zou reeds overleden zijn, zodat Pielat van Bulderen deze
homoseksueel evenmin bij de lurven kon laten vatten.
Buiten nog enige andere 'onbekende' personen met wie Jillis, onder andere in
een herberg op de Dam achter de Nieuwe Kerk te Amsterdam, sodomie zou
hebben bedreven, kwam ook zijn kontakt met ene Pieter Vermij ter sprake. Deze
kramer had Jillis voor de eerste maal ontmoet te Leiden (circa 1793), bij welke
gelegenheid zij in Vermijs kraam hadden gevrijd. Enige jaren later hadden ze
elkaar weer ontmoet op de jaarmarkt te Delft, welke ontmoeting wederom niet
zonder zonde gepaard was gegaan!
Pielat van Bulderen, het moet gezegd, deed zijn werk grondig. Hij nam kontakt
op met de Hoofdschout van Leiden, Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom, die
op zijn beurt alles in het werk stelde om Pieter Vermij - die, zoals al rap bleek,
eigenlijk Jan te Mij heette - in hechtenis te nemen. Maar Jan had Leiden al
verlaten en hield zich achtereenvolgens te Breda en Dordrecht op, welke plaat
sen tevergeefs om zijn uitlevering werd verzocht. Na tot vier maal toe te zijn
gedagvaard, werd Jan te Mij, alias Pieter Vermij, op 11 februari 1803 bij ver
stek tot levenslange verbanning uit het Departement Holland veroordeeld.
Het laatste verhoor van Bruggeman werd op 26 november 1802 afgenomen aan
het eind waarvan hij slechts tot zijn verdediging kon aanvoeren 'niets anders
dan alleen aan de rechter genade te verzoeken'.
Tevergeefs! Op 19 februari 1803 werd hij veroordeeld tot de strop.