13
En zoo nader ik dan het einde van deeze mijne pijnelijke taak, zoo blijft mij bijna
niets meerder, niets anders overig dan om in mijn openbaare betrekking bekla
genswaardige gevangenen uit kragt van het gevelde en met zoo veele aandoen
lijke verwen der mededoogen vollen menschheid door den Edelaardige Voor
zitter dezer regtzaal, U (gearresteerd 19 feb. 1803) aangekondigde doodvonnis,
U bij deeze ter openbaare Vierschaar van deeze gerechte te dagvaarden en wel
bepaaldelijk tegen overmorgen woensdag, die zijn zal den 9e deezer, des voor
middags tusschen elf en twaalf uren, ten einde alsdan opentlijk en ten aanhoren
der zamenvloijende menigte aan te horen zodanig eene sententie des doods, als
U ter gemelde tijd en plaats duidelijk zal worden voorgelezen en om dan verder
tevens die straffe, welke daarbij bepaald en omschreven zijn zal, aan uw ster
felijk lichaam ook dadelijk te zien ten uitvoer brengen.
Woensdag 9 maart 1803: de laatste terechtstelling in Schiedam, een zwarte
bladzijde uit de geschiedenis van onze stad.
Een schrale troost voor Jillis Bruggeman: men was op Pielat van Bulderens eis
dat zijn dode lichaam, niet waardig om te worden begraven, in zee zou moeten
worden geworpen, tenminste niet ingegaan!
Aad van der Tang
Belangrijke informatie over de vervolging van homoseksuelen vindt men in W. T. Vleer,
Sterf Sodomieter (Rudolph de Mepsche, de homofielenvervolging, het Faanse Zedenproces
en de massamoord te Zuidhorn), Norg 1972.
Zie hiervoor ook M. D. Teenstra, Volksverhalen en Legenden van vroegere en Latere
dagen, Groningen 1843 (blz. 130 e.v.).
De voornaamste, in het gemeentearchief alhier geraadpleegde bronnen zijn:
1. Capitale voorstelling en criminele dagvaarding door mr. Pielat van Bulderen (handschrift
41/34)
2. Oud-rechterlijk Archief 84 en 85 (Rol van Criminele Zaken),
3. ORA 87 (Processtukken),
4. ORA 135 (Interrogatoriënboek).
Mijn dank aan de heer J. Okkema voor het opzoeken van gegevens in het gemeentearchief
van Rotterdam.
A. v. d. T.