5
met alle middelen moest worden uitgeroeid, wilde het vaderland niet hetzelfde
lot treffen als het bijbelse Sodom en Gomorra. Vonden de executies van homo-
sexuelen aanvankelijk in het geheim plaats - het verdrinken in een ton met
water genoot een zekere voorkeur - toen eenmaal was geconstateerd dat de
'zonde' meer werd bedreven dan ooit tevoren, besloot de overheid de executies
in het openbaar te doen plaatsvinden. In 1730 vaardigde zij daartoe een plak
kaat uit, op grond waarvan Jillis Bruggeman zo'n drie kwart eeuw later ter
dood zou worden veroordeeld.
Het beruchtste geval van sodomietenvervolging hier te lande dateert uit 1731.
In dat jaar lieten door de ijver van Grietman Rudolph de Mepsche twintig
homoseksuelen op gruwelijke wijze het leven. Deze vreselijke gebeurtenis, die
plaats vond te Zuidhorn, had op de plaatselijke bevolking zo'n indruk gemaakt,
dat men jaren later nog vreemde verschijnselen, op de plaats waar de executies
waren voltrokken, aan de geesten van die ongelukkigen toeschreef.
Ook in sommige publikaties werd fel van leer getrokken tegen sodomie, bij
voorbeeld in die welke de gereformeerd predikant Leonhard Beels het licht
deed zien. Dat gelukkig niet iedereen zich liet misleiden door de dwaze en
allesbehalve Christelijke ideeën van scribenten als Beels, bewijst wel een in
1777 uitgegeven boek waarin de (anonieme!) schrijver grote vraagtekens plaatst
bij het 'nut' van het terechtstellen van sodomieters. Immers: 'De rechter ziet
alleen het kwaad dat werd aangericht, maar God alleen kent de innerlijke toe
stand van de geschapene'. Het heeft niet mogen baten; men bleef sodomie een
vreselijke zonde vinden, en men bleef sodomieters vervolgen.
Eerst in onze eeuw zou men op dit stuk verdraaglijker worden, althans in de
'westerse' wereld.
Jillis (of zoals hij zelf schreef: Jellis) Bruggeman was in 1755 te Noordwaddinx-
veen geboren als zoon van Maarten Bruggeman en Klara Maijbos. In 1778
trouwde hij te Waddinxveen met Johanna den Helt, weduwe van Paulus van
Eek.
Begin 1782 vestigde het gezin Bruggeman zich te Schiedam, alwaar Jillis op de
9e maart van dat jaar het Klein Burgerrecht verwierf. Dit was noodzakelijk
wilde hij toegelaten worden tot het gilde (i.e. het St. Nicolaasgilde) waaronder
zijn beroep - kramer - ressorteerde. Op 8 september 1791 stierf Johanna den
Helt. Enige maanden later hertrouwde Jillis Bruggeman met de uit Leiden af
komstige Jannetje van Wassenaar, weduwe van Karei van Riet. Ook zij was
lid van het Kramers- of St. Nicolaasgilde.
Zijn werkzaamheden als kramer brachten met zich mee dat Jillis ook andere
plaatsen aandeed, onder andere Rotterdam. Daar leerde hij, bij een bezoek
aan het Schippersveerhuis op de Boerenvischmarkt, de persoon van Scheurkogel
kennen: een ontmoeting die hij later wel zeer zal hebben betreurd. Het 'klikte'
tussen Bruggeman en Scheurkogel. Samen liepen ze naar Schiedam terug, al-