34
De grafzerk van Liedewy
Het is bekend dat men stervenden vaak een brandende kaars gaf. Op het moment
van het intreden van de dood viel deze dan uit de hand (zie o.a. prentwerk van
Brueghel d.O.). Merkwaardig is dat het uiteinde van het voorwerp onder Liedewy's
hand duidelijk bolvormig is, hoewel erg afgesleten. Een dovende kaars waarvan
de laatste gloed is verbeeld? Op één van de laatste houtsneden in het genoemde
boek van Brugman is de juist gestorven Liedewy afgebeeld terwijl een aan haar
voeteneind knielende vrouw (een religieuze?) een lange kaars boven haar hand
houdt!
Hoe het moge zijn: in Schiedam en ook in ons land - heeft men te weinig
aandacht overgehad voor de vrouw, wier faam ver over de landsgrenzen is door
gedrongen.
En wat haar grafzerk betreft: de kunsthistorici hebben hem vergeten! Ondanks
het feit van zijn ouderdom en de strenge voornaamheid van uitbeelding. Ook
ondanks het feit dat het voorgeslacht hem zorgvuldig heeft bewaard en zelfs
- voor een deel - vereerd.
Vanzelfsprekend zullen de huidige eigenaars van de zerk hem niet willen afstaan,
om hem terug te brengen op de plaats waar hij behoort te liggen. Dat behoeft ook
niet.
Maar: zou het vreemd zijn om op die plaats in de zuidbeuk van de Grote Kerk
van Schiedam een afgietsel te leggen? Als hulde voor een 'erflaatster van onze
beschaving'? Prof. dr. Jan Romein heeft over haar levensberichten eens opge
merkt dat zij door 'hun waas van directheid en echtheid tot de belangrijkste
cultuurhistorische documenten uit de ise eeuw behoren'. Die levensberichten zijn
zonder de persoon van Liedewy ondenkbaar. Bovendien zou het niet de eerste
keer zijn, dat om een origineel te sparen voor verder verval, een afgietsel ver
vangend functioneerde.
Schiedam zou er niet slechts de gedachtenis van Liedewy maar ook zichzelf mee
eren.