Het einde van een historisch pand 60 L. van Wagtendonk Op vrijdagochtend 31 mei 1968 omstreeks 11.10 uur werd Schiedam opgeschrikt door een drietal explosies in het honderdveertig jaar oude pand van het chemisch bedrijf van Kappelhof Hovingh N.V. aan de Dam nr. 14. Het pand, een oude branderij die op de monumentlijst stond, was gebouwd in opdracht van de heer J. Meijer. (Op die plaats bevond zich vroeger een katholieke schuilkerk.) Om streeks 1898 werd het pand gekocht door de heer Kappelhof, waarna het als pakhuis in gebruik was. Het opmerkelijkste aan het pand was de gevelsteen en het houten snijraam met de dubbel-koppige Russische adelaar, die vermoedelijk door de heer Meijer was gekozen omdat er in die tijd veel Russisch graan werd ge- importeerd voor de branderijen. Het drie verdiepingen tellende gebouw met zijn klokgevel was uniek. De brand ontstond door het ontploffen van een mandfles xyleen, een zeer brandbare stof. De xyleen-dampen verspreidden zich over de zonnige binnen plaats, die in een oogwenk in lichtelaaie stond. De drie mensen, die daar op dat moment aan het werk waren, wisten zich in veiligheid te brengen. Personeels leden van de firma Penning (gevestigd aan de overzijde van het bewuste pand) klommen op het dak om het aanvankelijk onschuldig lijkende vuurtje beter te kunnen zien. Daar waren ze getuige van de tweede explosie, die gepaard ging met een enorme steekvlam, waardoor een gedeelte van het dak van de fabriek in de Korte Haven werd geslingerd. De heer Logman, werkzaam bij de firma Penning, verklaarde: 'Het leek zo onschuldig, maar opeens was daar die enorme klap. We maakten zo vlug mogelijk dat we wegkwamen.' De eerste brandmelding kwam om 11.12 uur bij de Schiedamse brandweer bin nen. (De kazerne was toen nog gevestigd aan de Singel.) De eerste uitruk van de brandweer was om 11.14 uur en men kwam om 11.16 uur op de Dam aan. Om 1117 uur werd het eerste naderbericht1 gegeven. Op hetzelfde moment rukte de tweede brandweerwagen uit, waarna om 11.21 uur en 11.23 uur de overige wa gens volgden. Het aantal brandweerlieden dat toen op de Dam aanwezig was bedroeg 74, t.w. een commandant, negen officieren en 64 brandwachten. Als u bedenkt dat de commandant, de heer D. de Jager, de enige beroeps-brandweer man was dan zult u begrijpen dat het een prestatie was om in zo'n korte tijd zoveel vrijwillige brandwachten bijeen te krijgen. Materieel Aan materieel werd er gebruikt: een hogedruk autospuit, twee lagedruk-autospui- ten, een motorspuit, een ladderwagen, een bluspoederwagen en een gereedschap wagen. De hulpverlenende brandweerkorpsen uit Rotterdam en Vlaardingen kwa men te hulp met twee lagedruk-autospuiten, een trekker, een hoge- en een lagedruk- autospuit en een commandowagen. De Rotterdamse brandweer bediende zich nog van de bekende Arhens Fox, een in 1928 vervaardigde lagedruk-autospuit met een capaciteit van vierduizend liter per minuut. Omstreeks 11.25 uur stortte met donderend geraas de achtergevel in. Op de Korte Haven waren veel mensen daarvan getuige. Ook zagen ze hoe een brandweerman zich ternauwernood uit de voeten kon maken. Om een idee te krijgen van wat er 1 Naderbericht: bericht dat vanuit een brandweerwagen aan de kazerne wordt gezonden nadat deze bij de plaats des onheils is aangekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1980 | | pagina 8