61
Einde historisch pand
bij het blussen van zo'n brand komt kijken geef ik hier de volgende opsomming:
zeventien lagedruk-stralen, twee stokstraalpijpen van 32 mm, een waterkanon, acht
tien slangen van drie duim en dertig van twee duim (totale lengte slangen: 960
meter).
Het grootste probleem waarmee de brandweer te kampen had was het lokaliseren
van de vuurhaard. Door de opslag van verfstoffen, aceton, wasbenzine, chemi
caliën en een juist die week bijgevulde tank met terpetijn (vier ton) was een
levensgevaarlijke situatie ontstaan. Het aangrenzende pand, de ijzerwinkel van
de gebroeders Jansen, brandde geheel uit, terwijl de daarnaast gelegen kruide
nierswinkel van de heer J. M. de Groot gedeeltelijk uitbrandde. Ook de huizen
aan de Korte Haven liepen groot gevaar. Zo moest het pand van de deuren-
fabriek Swiderski van binnenuit aan de achterkant worden nat gehouden. Kon
de brandweer vanaf die plaats de vuurhaard aanvallen, de panden aan de over
zijde van de Dam moest zij afschermen met een gordijn van water, hetgeen
met moeilijke omstandigheden gepaard ging. De Oud-Katholieke Kerk, aan de
overzijde van het brandende pand, liep veel schade op. Door de explosies was
een groot aantal ruiten gesneuveld. Bovendien raakten door de grote hitte de
deuren van de kerk in brand, zodat deze door middel van het waterkanon moes
ten worden nat gehouden. De verstikkende rook en het vliegvuur2 werden door
een sterke oostenwind in de richting van de Kethelstraat geblazen. Door een
tekort aan persluchtmaskers hielden vele brandweerlieden een natte doek voor
(foto: gemeentearchief)
2 Vliegvuur: vonkend vuur.