78
De Babberspoldermolen
hoofd terugvinden (dat deel uitmaakte van de reclame) aan de spoorlijnkant van
de molen. Vergelijking van oudere en recentere foto's leert echter dat het niet
meer de oorspronkelijke reclame is die in 1900 of kort daarna is aangebracht.
Het scheprad
In de eerste eeuwen van de poldermolens hadden deze molens schepraderen om
het water op te voeren. In de 18e eeuw begon de vijzel (ook wel schroef van Archi
medes genoemd) in opkomst te raken. In Schiedam kreeg deze verbetering echter
niet veel voeten aan de grond, want alleen het molentje van de Klein-
Babberspolder (aan de andere kant van de Poldervaart, tegenover de Groot-
Babberspolder) had er een. De Babbersmolen was bij de bouw in 1710 uitgerust
met een houten scheprad. Omdat hout rot, vooral als het regelmatig nat wordt,
moest dit houten scheprad nogal eens hersteld of vernieuwd worden. Ook in 1897
stond men voor zo'n vernieuwing. Op 23 april 1897 geeft het bestuur in een verga
dering van stemgerechtigde ingelanden kennis van de plannen om 'den polder
molen te voorzien van een nieuw scheprad, daar het tegenwoordige niet meer aan
de eischen voldoet en in zoodanigen toestand, dat georeerd moet worden dat bin
nen een niet langen tijd het rad zijn diensten geheel of gedeeltelijk zal weigeren
Het bestuur stelt dan ook voor het rad en de wateras te vervangen door ijzeren, en
tevens van deze gelegenheid gebruik te maken om de wateras hoger te leggen en
zodoende het scheprad een grotere diameter te geven. Tevens kan dan de voor
waterloop vernieuwd worden.
Deze beide maatregelen zijn nodig omdat de waterstand van de poldervaart door
de jaren heen verhoogd is en het scheprad steeds meer moeite krijgt het water op te
voeren. Aanvankelijk zijn enkele ingelanden wat huiverig voorde vervanging van
het rad en de as door ijzeren, omdat deze beduidend duurder zijn dan houten en
men niet weet hoelang de molen nog zal blijven bestaan. De stemming wijst echter
uit dat de meerderheid de mening van deze ingelanden niet deelt, zodat het voor
stel aangenomen is. Op 18 mei 1897 hechten Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland hun goedkeuring aan deze plannen.
Voor dit werk zullen twee bestekken gemaakt worden: één voor het maken en
leveren van het ijzeren scheprad met dito wateras en bijbehorende kussenblokken
(d.i. lagerblokken), en één voor het hierbij behorende timmer- en metselwerk, als
mede een hoeveelheid onderhoudswerk aan de molen en aan de schuur. Inge
nieur-architect W. Brandsma Johs. Zn. uit Rotterdam wordt verzocht als directie
te fungeren en tevens de tekeningen te maken. Of hij ook de bestekken gemaakt
heeft is niet geheelduidelijk. Bepaald wordt dat op vrijdag 7 mei vóór 18.00 uur de
inschrijvingsbiljetten bij de voorzitter binnen moeten zijn en dat daags daarna in
café 'De Vijf Sluizen' te Vlaardinger Ambacht de biljetten geopend zullen wor
den.
De volgende geldige inschrijvingen komen binnen:
a. voor het maken en leveren van een ijzeren scheprad, wateras en kussenblok
ken:
Kon. Ned. Grofsmederij, Leidenƒ1400,-
W. H. Jacobs, Haarlemƒ2195,-
J. L. Nering Bögel Co., Deventer2229,-
De fabriek Prins van Oranje,'s-Gravenhageƒ2544,-