39
Historie actueel
noodzaak die Utomij in 1967
om sloop deed vragen niet meer
aanwezig is door verplaatsing
van een deel van het bedrijf naar
elders. Voorts sprak hij zijn ver
wondering uit dat niet uit de
stukken bleek dat aan het door
de voorzitter getekende ambts
bericht een vergadering van de
monumentenraad was vooraf
gegaan. Ook memoreerde Spier
dat onderhavig pand deel uit
maakt van het in voorbereiding
zijnde Beschermd Stadsgezicht
Schiedam.
Van de zijde van CRM werd ge
constateerd dat voor afgeven
van sloopvergunningen een an
dere procedure gebruikelijk is en
dat de, op zichzelf juiste con
statering van een niet gehouden
vergadering, niet doorslagge
vend kan zijn.
Van de zijde van de Raad van
State werd aan Mr. Van Bocho-
ve gevraagd wat er met de bij
zonder fraaie gesneden houten
trap zou gebeuren, indien sloop
zou plaatsvinden. Deze antwoordde door zijn cliënt gemachtigd te zijn om te
verklaren dat deze trap alsdan aan de gemeente Schiedam zou worden afgestaan.
Hoewel door een ambtenaar van monumentenzorg hieraangaande betoogd werd
dat het tegenwoordig geheel tegen de doctrines van de dienst is om monumentale
trappen die voor een bepaald gebouw gemaakt zijn over te plaatsen in een ander
gebouw, werd deze redenering door de Raad van State niet als vaststaand
beschouwd.
Bij het hem verleende laatste woord herhaalde Spier dat het hem onvoorstelbaar
voorkwam dat een sloopvergunning voor een dergelijk onvervangbaar en belang
rijk pand zou worden gegeven, en dat het verdwijnen van dit pand voor Schie
dams historisch bezit een zware slag zou zijn.
Niet medegedeeld werd wanneer uitspraak in deze zaak tegemoet kan worden
gezien.
HerenhuisNoordvest 103. Arch.:C. G. F. Giudici, 1777.
(Foto. J. F. H. Roovers, ca. 1953.)