Vijf jaar
Historische Vereniging Schiedam Cees van der Geer
23
December 1975: het bestuur van de Historische Vereniging Schiedam biedt
burgemeester Lems het eerste exemplaar van 'Scyedamaan en start haar vereni-
gingsbestaan. Vijf jaren van vele aktiviteiten volgen. Het moge blijken uit een
summier omschreven opsomming van wat door de vereniging is tot stand
gebracht resp. in gang gezet:
- vijf jaargangen van het tijdschrift 'Scyedam
- herneming van de uitgave van de reeks 'Schiedamse Miniaturenmet achter
eenvolgens de titels:
'Schiedam op schaal', 'Jan van Diggelen - Een Schiedams fotograaf, 'Schie
dam in prent\
- de uitgave van de volgende publikaties:
'Schiedam - de geschiedenis van onze stad', Bouwkundig bezit van de stad
Schiedam
- de opzet en organisatie van een vijftal kersttentoonstellingen in het Stedelijk
Museum Schiedam:
'Schiedam op schaal', 'Jan van Diggelen - Een Schiedams fotograaf, 'Octave
DeConinck', 'Schiedam in prent', 'Bouwkundig bezit van de stad Schiedam
- de instelling en uitreiking van het 'Scyedam '-schildje, waarmee de waardering
van de vereniging voor partikuliere bijdragen aan het monumentenbehoud in
onze stad tot uitdrukking wordt gebracht;
- de uitgave van een zestal wenskaarten met fragmenten van oude Schiedamse
kaarten en plattegronden;
- de uitgave van een Willem Troostkalender,
- het opzetten en (doen) uitvoeren van een lezingenreeks over lokaal-historische
onderwerpen;
- het instellen van enige werkgroepen die zich bezighielden resp. -houden met:
de inventarisatie van het bouwkundig bezit van de stad Schiedam; de inventari
satie en beschrijving van Schiedamse prentbriefkaarten; het opstellen van een
bibliografie van Schiedamse publikaties; het onderhouden van kontakten met
de Dienst Gemeentewerken inzake monumentenbeheer en beschermd stads
gezicht en het hiertoe ook bijwonen van de vergaderingen van de Commissie
Ruimtelijke Ordening;
- het voeren van aktie(s) wanneer vereist, zoals dat het geval was (of nog steeds is)
meto.a.:
de werf Gusto, het Proveniershuis (met name het Achterhuis), het Weeshuis
resp. 'De Lindenhof, de woningbouw in de binnenstad, het pand van Giudici
aan de Noordvest/Zijlstraat, het goudleerbehang uit de regentenkamer van het
v.m. Weeshuis, het lijmverfbehang uit de kollektie van het Stedelijk Museum,
etc. etc.
Bovengenoemde opsomming is zeker niet bedoeld als een blijk van zelfvoldaan
heid of tevredenheid; het gevoel dat nu op lauweren gerust kan worden bestaat
binnen het bestuur beslist niet.
Daarvoor vergen niet alleen de voortgang van een groot deel van de hierboven
genoemde aktiviteiten veel inzet en werk, maar bovendien liggen er nog taken en
plannen die niet tot uitvoering gekomen zijn.
Daarvoor is ook de staat van verwaarlozing en bijgevolg de bedreiging van een