Het dragers- of
St. Anthonisgilde in Schiedam Drs. M. van der Velden
27
Aan de Oude Sluis, midden in het oude Schiedam, staat een sierlijk gebouwtje,
drie verdiepingen hoog met een torentje. Het is het Zakkendragershuisje, bolwerk
van het eens zo bekende gilde der zakkendragers. Een 'beenhacker'-brander ver
kocht op 3 oktober 1699 aan deken en hoofdlieden van het Sint Antonis- of
arbeidersgilde (ook wel genoemd dragers-, zakkendragers- of straetwerckersgilde)
zijn uitgebroken branderij voor ƒ275,- ten einde daar een gildehuis op te richten
waartoe het college van de Weth (de stedelijke overheid) op 23 november 1699
vergunning verleende. In 1725 schijnt het, verbouwd, officieel in gebruik te zijn
genomen, want de steen boven de ingang geplaatst draagt dat jaartal en wel in het
volgende opschrift: 'D.E.M. Heer Burgermeester Anthonius Hoodenpijl Deken
vant St.Antonis gilde. De Hooftluijde zijn Mees van Duijn: Klaes Plooij: Iacobus
van Ooste. Jan Coningh
In 1834 moet het huidige torentje geplaatst zijn, zo is af te leiden uit een koperen
plaat aanwezig in het Nationaal Gedistilleerd Museum, en waarop staat vermeld:
Deze toren is gesticht den 22 October in den jare 1834 door de onderstaande fun
gerende Hoofdliede
Wat zijn gilden? Dit is niet zo gemakkelijk te zeggen, omdat de namen verenigin
gen, broederschappen en gilden door elkaar werden gebruikt en er zodoende vele
soorten gilden bestonden.
Naast broederschappen met een godsdienstig doel kwamen er schuttersgilden
voor, die zich richtten op de verdediging van de stad, koopmansgilden, ambachts
gilden enz.
De echte gilden kunnen wij het beste als volgt omschrijven: een gilde is een groep
personen die hetzelfde beroep uitoefenen, het is ingesteld met goedkeuring van de
overheid - meestal de stadsregering - ten einde een juiste uitoefening van het
beroep ten bate van de aanbieder, afnemer en algemeen welzijn te waarborgen.
De gilden hebben een beschermheilige met vaak een eigen altaar in de kerk. Het
dragersgilde in Schiedam behoort tot een speciaal soort, nl. de dienstverlenende
gilden uit de sector haven en vervoer. In grote havensteden vielen er aparte gilden
onder zoals in Antwerpen en Amsterdam het gilde van de korendragers, bier
dragers, turfdragers, waagdragers, zoutdragers. In Schiedam, altijd een kleine
havenplaats gebleven, is er altijd sprake van het ene dragersgilde dat naar zijn
heilige het St. Anthonisgilde wordt genoemd.
De eerste gilden
De eerste gilden in West-Europa ontstaan omstreeks het jaar 1000. In Nederland
zijn de koopliedenvereniging van Tiel (ca. 972) en het erkende koopliedengilde
van Dordrecht (1201wel de oudste. Zij steunden, evenals de dragersgilden, op de
handel die toen voornamelijk per schip plaatsvond.
Wat Schiedam betreft horen wij voor het eerst van het bestaan van een gilde om
streeks 1450 doordat de hoofdmans van het weversgilde worden genoemd. In
1465 vinden we een opsomming van 14 of 15 gilden, waaronder ook kerkelijke en
schuttersgilden zijn begrepen.
De oudste vermeldingen van dragers komen ook in de oude havenstad Dordrecht
voor en wel in 1223 en 1233 wanneer gesproken wordt over het 'Scrotambacht'
(Schroders zijn arbeiders die zware lasten in- en uitladen en daarbij veelal ook de