46
Drie wandborden
15 geuen in onsen handen. 1SAMV.XXV CA. XXVIII VERS
Want de Heere sal mijnen Heere een bestandich huijs
maken want ghij voert des Heerecrijch. PSAL. CXXVII VEI
So de Heere het huijs niet en bouwet soo
arbeijden vergeefs die daer aen bouwen soo
20 de Heere de stadt niet en bewaert soo waken de
wachters te vergeefs. PSAL. CXL VII VERSXIII.
Want hij maect vaste de grendelen uwer poorten
enen segent uwe kinderen daerbinnen. PSALCXL. VE. VIII.
Heere Heere mijn stercke hulpe ghij beschermt
25 mijn hooft ten tijde des strijts. PSAL. XVIII VE XXXV XL
Ghij cont mij rusten ten strijde met stercte ghij cont
onder mij werpen die tegen mij setten. Hij leert
mijn hant strijden en leert mijnen arm een metalen
boogespannen. PROVERBXXICAP. XIII VERS.
30 De peerde worden wel ten strijtdaghe bereijdet doch de
overwinninghe compt vanden Heere.
De schilder heeft niet overal nauwkeurig de tekst aangebracht, een enkel maal
wijkt hij van de Deux-aes-bijbel af op ondergeschikte punten: in regel 4 moet
Egiptelant met een hoofdletter geschreven worden; in regel 5 is het eerste boek
van Samuël bedoeld; in regel 10 en volgende worden 23 woorden weggelaten; met
de schrijfwijze van Israël heeft de schilder moeite: in regel 9 schrijft hij 'heuis (d.i.
huis) israhels' en in regel 12 'Iserael'. De volgorde van de verzen 35 en 40 uit de
18e Psalm is verwisseld (regel 25). En tenslotte: het laatste citaat is vers 31 van
Proverbia(d.i. Spreuken) 21 en niet vers 13.
Het 'gedicht' (regel 1 rijmt op 3, regel 2 op 4 en 5) op het voetstuk, in cursief schrift
aangebracht, is gebaseerd op nieuwtestamentische teksten. Het luidt als volgt:
1 De wettelijcke overheijt moet van allen sijn ge.eert
2 ROM. 13.1 Als Paulus leert: want het is goodts beuel
3 Soo den Coninck, Stadthouder of van hen geordonert
4 PET.2:13.4 Niet bloetgierichverkeert.henseluenwreekende fel
5 ROM. 12:18 Maerdie t 'gemeen quaet. wederstaet.doet Christelick en wel.
Een enkele opmerking. In regel 3 moet 'geordonert' luiden 'geordineert' en moet
voor PET. aangevuld worden I, dus: de eerste brief van Petrus. De regels 4 en 5
omschrijven de inhoud van Romeinen 12 de verzen 18 tot en met 21
Mauritsen David
Duidelijk geven de teksten de gevoelens van de Schiedamse calvinisten weer: zij
strijden, evenals de Israëlieten uit het Oude Testament, onder de bescherming van
God. Pas heeft prins Maurits de overwinning bij Nieuwpoort behaald. Met dit
bord wordt ook hij, al blijft zijn naam onvermeld, geëerd. De passage uit 1 Samuël
17, waar David tot de Philistijn Goliath spreekt, symboliseert waarschijnlijk de