laar van Wilton'. De brandwachten Van Eijck en Fr ederiks en kapelaan Haselaar werde onderscheiden met de bronzen medaille van het Carnergie heldenfonds. Kapelaan Haselaar kon de onderschei ding wegens griep niet zelf in ontvangst nemen. Wachtsman Van de Broek was na de eerste explosie met drie brandwachten bezig om de gewonden af te voeren die in de omgeving van de cofferdams la gen, nabij de tank aan stuurboordzijde die de tweede explosie veroorzaakte. (Deze explosie was zelfs hoorbaar op de Coolsingel in Rotterdam). Toen hij weer bij bewustzijn kwam was alles stil om hem heen. Hij zag niemand meer. Rondom hem was er een wirwar van ijzeren stangen. Hij kon niet meer opstaan aangezien zijn linkerbeen was gebroken. Op een gegeven moment zag hij de rijksveldwachter H. Mulder staan. Deze riep hem toe dat hij stil moest blijven liggen en dat hij hem zou komen halen. Even later stond de plaats waar Van de Broek gelegen had in brand. Rijksveldwachter Mulder Die zaterdagochtend hoorde rijksveld wachter Mulder, toen hij zich in zijn woning in de Alb. Cuypstraat bevond, een hevige knal gevolgd door het sire- negeloei van de werf Wilton Feijenoord. Vermoedend dat daar een ongeluk was gebeurd fietste hij er direct naartoe. Nadat hij had vernomen wat er gebeurd was, begaf hij zich aan boord van de 'Petrakis Nomikos' ten einde behulp zaam te zijn bij het zoeken naar slacht offers. Zo verleende hij assistentie bij het redden van een zwaar gewonde uit het ketelruim, dat toegang gaf tot de machinekamer. Met een zaklantaarn begaf hij zich langs de buizen en de verwrongen accommo datie. Zo bereikte hij een kleine tunnel die toegang gaf tot de stookplaats. Aan het einde van die tunnel lag een slachtoffer. Hij trachtte hem nog mee te nemen maar moest die poging staken vanwege de dichte rook die van de stook plaat kwam. Aldaar brandde het hevig. Nadat hij met veel moeite het bovendek had bereikt en op adem was gekomen in de frisse lucht, begaf hij zich naar het achterdek om te zien of zich in de hut ten nog slachtoffers bevonden. Dit bleek echter niet het geval. Toen hij naar boven was gegaan en zich dicht bij de uitgang bevond, hoorde en voelde hij een enorme dreun. Hij sprong op het achterdek en zag mensen de wal op vluchten. Uit de richting van het mid denschip klonk hulpgeroep. Afgaand op dat geroep kwam hij achter de rand van de bovenbouw. Dichtbij hoorde hij nu het hulpgeroep van een man, afkom stig vanachter een hoop verwrongen ijzer. Aan de andere zijde gaapte een groot gat in het dek, veroorzaakt door de tweede explosie. Nadat Mulder enige malen naar de wal had geroepen dat hij hulp nodig had (meer naar het middenschip waren inmiddels mensen bezig de gewonden te helpen) klom hij langs de gedeelteijk weggeslagen en omlaag hangende leidingen naar de gewonde Van de Broek, die niet weg kon komen omdat hij zijn linkerbeen had gebroken. Bang voor meerdere explosies nam Mulder de wachtsman op zijn rug en klauterde vervolgens over het ingestorte ijzerwerk naar boven. Op die manier bracht hij Van de Broek in veiligheid. Omdat hij tijdens het reddingswerk op die plaats meer hulp geroep had gehoord ging hij direct terug. Hij hoorde echter niets meer. Onderscheidingen Inmiddels ontwikkelde zich onder het schip een zware rook, die in de buurt van de schoorsteen omhoog steeg. Men verwachtte een nieuwe explosie en Mul der hielp mee het schip te ontruimen. Toen hij zich ervan overtuigd had dat er geen bereikbare gewonden meer aan boord waren, ging hij als een van de laatsten van boord. Hij werd om zijn moed onderscheiden met een bronzen medaille van het Koninklijk Menslie vend Hulpbetoon. Van het optreden van het Rode Kruis is helaas niets meer bekend omdat het 12

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1982 | | pagina 12