Boekennieuws
In december 1981 is verschenen:
400 jaar Stadstimmerwerf. Van fabriek
meester tot directeur gemeentewerken.
onder redactie van Drs. G. van der Feijst,
M.P. Kloosterman en G. van der Poel.
Uitgave: Dienst Gemeentewerken i.s.m.
Gemeentearchief Schiedam. Formaat
24 x 15,5 cm, ingenaaid, 95 pagina's,
23 afbeeldingen. Prijs: f 15,00.
Verkrijgbaar bij het Stedelijk Museum
en de Schiedamse boekhandelaren).
Wie in een boek de geschiedenis moet
vastleggen van wat tegenwoordig heet
de Dienst Gemeentewerken van Schie
dam, loopt het risico er nooit mee
klaar te komen, indien hij zich geen
beperkingen oplegt, of laat opleggen.
Natuurlijk is er altijd, dus ook in dit
geval een financiële grens, waardoor
het boekje niet dikker dan 95 pagi
na's is geworden. Maar juist Gemeen
tewerken heeft zoveel raakvlakken met
het leven van een stad, dat evengoed
een veelvoud gevuld had kunnen wor
den. Het boekje valt in twee duidelijk
gescheiden delen uiteen. Tweederde
deel beslaat de periode tot 1940, meer
dan 350 jaar, en is van de hand van
gemeentearchivaris Drs. G. van der
Feijst. De rest gaat over een periode
van 1940 tot heden en is samenge
steld door een zevental medewerkers
en oud-medewerkers van de dienst
zelf.
De nauwgezette historische uiteen
zetting omtrent de periode vóór
1940 is geschreven met een precisie,
de archivaris eigen, direct gebaseerd
op de aanwezige archiefstukken. Hij
heeft de losse gegevens in de stads-
stukken aaneen weten te smeden tot
een logisch geheel, wetend wat weg
te laten en wat te benadrukken, ie
dere conclusie direct volgend uit aan
wijsbare gegevens, een boeiende speur
tocht, een werk van buitengewone
waarde. En ondanks deze beperkingen
STADSIIMMfifW Hl
is een leesbaar verhaal ontstaan met
interessante bijkomstigheden, terwijl
het de lezer een heldere kijk geeft op
de tijd waarin het zich afspeelt. Als
nadeel zou genoemd kunnen worden
dat het een kijk is vanuit de gezichtshoek
van het stadsbestuur en de stadsarchi
tect. Maar in feite kon de schrijver niet
anders, de stukken boden niet meer.
Want waar het verhaal eigenlijk hoop
vol begint met de eerst bekende stads-
arbeider, Cornelis Dircksz., timmerman
in 1524, daar wordt de lezer nadien
keer op keer noodgedwongen teleurge
steld door het meestal ontbreken van
gegevens over de gewone arbeiders,
de timmerlieden, stratenmakers, bagge
raars, grondwerkers, metselaars, sjouw-
wers. Zelfs hun aantal is meestentijds
niet bekend en evenmin hun loon en
werkomstandigheden.
18