De 'Petrakis Nomikos' vóór de ramp. (Foto: Gemeentearchief Schiedam).
niet onder zijn verantwoordelijkheid
viel aangezien het een particuliere ha
ven was, waarin hij overigens ongelijk
had. Op dezelfde dag werd er door het
laboratorium Dr. Verwij nog een onder
zoek ingesteld, waarvan de uitslag luid
de: niet gasvrij! De gasdeskundige Jhr.
R.J. Boddaert verklaarde voor de Raad
van Scheepvaart dat het certificaat
gasvrij weinig waarde had. Voorts
deelde hij mede nooit geweten te heb
ben dat er in Schiedam voorschriften
bestonden inzake het gasvrij zijn van
tankschepen1).
Op 22 oktober werd er in het ketel
huis met snijbranders aan de vuren2
gewerkt. Ofschoon het niet gevaarlijk
was hier met vuur te werken, was er
orde gegeven dat alle tanks en coffer
dams3) gesloten moesten blijven. Boven
dien was er een brandwacht aan boord
geplaatst.
De eerste dagen had de 'Petrakis Nomi
kos' nog stoom, waarmee het zijn tan
ken gasvij kon maken.
Van 24 tot 27 oktober heeft een ander
schip naast de 'Petrakis Nomikos'
gelegen, dat eveneens gerepareerd moest
worden.
Gedurende die tijd moesten de tanks
van het Griekse schip gesloten blijven en
kon niets gedaan worden om het schip
gasvrij te maken. Nadat het langszij
liggende schip was vertrokken zei de
dokbaas Ph. Thomassen tegen de kapi
tein van de 'Petrakis Nomikos' dat hij
weer door kon gaan met stomen. Toen
de Griek echter geen stoom meer had
heeft er 37 uur een sleepboot langszij
gelegen om stoom door de tanks en lei
dingen te blazen, overigens zonder veel
resultaat.
De 'Petrakis Nomikos' was een tank
schip waarvan de zomertanks4) achter
9