Historie actueel R. W. Poels Historische materialenwerf Reeds sinds het bestaan van onze vereni ging hebben wij in contacten met het gemeentebestuur en met gemeentewer ken het belang benadrukt van het be houd van bij sloop vrijkomende histo rische materialen. Was het tot 1979 telkens een probleem om te bevorderen dat waardevolle onderdelen van sloop- panden door de gemeente zouden wor den gered, vanaf dat jaar ging het een voudiger. Toen werd door de gemeen teraad jaarlijks f 15.000,- gereserveerd voor het behoud, vervoer en zorg van dergelijke materialen, in het kader van het Beschermd Stadsgezicht. Eén pro bleem bleef, nl. het ontbreken van een permanente opslagplaats, een zogenaam de historische materialenwerf. Reeds en kele malen moesten de tot nu toe ge redde kwetsbare materialen, die ver spreid waren opgeslagen, naar andere gebouwen worden overgebracht, met al le gevolgen van dien. Breuk van klooster moppen en hardstenen versieringen was het gevolg. Het magazijn aan de Buiten havenweg 154 bood de afgelopen paar jaar evenwel een geschikte, zij het tijde lijke opslagruimte. Via de periodieke contacten met gemeentewerken, verna men wij half mei, dat aan dat tijdelijke snel een eind zou komen wegens de voorgenomen vrijmaking van het voor malige VROM-terrein en sloop van de bovengemelde opslagplaats, nodig voor de aanleg van een, overigens noodzake lijk parkeerterrein. Gezien het urgente karakter besloot de Historische Vereniging direct het college van B&W schriftelijk met klem te verzoeken om alsnog van sloop af te zien. Daarvoor werden twee argu menten aangevoerd. Ten eerste is ons gebleken, dat voor het opgeslagen his torische materiaal niet direct een ge schikte definitieve, zelfs nagenoeg geen tijdelijke ruimte voorhanden is. De gemeente heeft slechts een opslagje van 4,5 bij 5 meter(!) in Kethel be schikbaar, terwijl voor de klooster moppen een plaats binnen de ruihe Voormalige stedelijke asschuur uit 1839, Buitenhavenweg 154 (rechts). (Foto: A. H. Groeneweg, 1982) 84

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1982 | | pagina 24