geslagen: massa-ontslagen, loonsverla
gingen raakten grote delen van de bevol
king. Ondervoeding, kindersterfte, krot
ten enz. zorgden voor een mensonteren
de situatie. Herhaaldelijk leidde dat
tot protestakties (juni en oktober
1931) en de onvrede vond zijn uitlaat
klep via een nieuwe leider: Cornelis
Gerard Anton de Kom, kortweg 'Adek'
genoemd. In 1898 in Paramaribo gebo
ren, vertrok hij in 1920 naar Nederland.
Van daaruit onderhield hij nauwe kon
takten met de arbeidersbeweging in Su
riname. In januari 1933 zette hij weer
voet op Surinaamse bodem om zijn
stervende moeder te bezoeken. De Kom,
fel anti-kolonialist en voorstander van
socialistische hervormingen, werd door
de autoriteiten met grote argwaan
gadegeslagen. Te meer gezien zijn grote
populariteit. Bij zijn aankomst wachtten
duizenden Surinamers hem op. De po
litie hield De Kom in de gaten en hem
werd verboden openbare vergaderingen
te beleggen. De Kom richtte toen een
adviesbureau op. Honderden mensen
van alle rassen zochten hem daar op
om raad te krijgen. Ook trachtte De
Kom arbeiders en boeren in een orga
nisatie te verenigen.
Laten we nu De Kom aan het woord
via zijn boek 'Wij slaven van Surina
me' (2).
Verscheidene malen had de procureur-
generaal (d.i. Van Haaren) door de
schutting van het erf van de woning
van De Kom staan kijken. Toen 31
januari 1933 's ochtends het erf vol
was gestroomd met Javanen verscheen
plotseling de politie. De Indiërs boden
geweldloos verzet en bleven, hoe er ook
gesjord werd, gewoon zitten. De wan
hopige inspekteur Esseds verzocht De
Kom wanhopig in te grijpen, omdat
anders gewelddadig optreden zou volgen.
Op verzoek van De Kom verlieten toen
de Javanen orderlijk het erf.
Enige tijd daarna had een menigte van
2 a 3000 mensen zich in beweging ge
zet naar het gouvernementspaleis. De
Kom, via een omweg om niet als hoofd
van de stoet aan te komen, spoedde
zich er ook heen en vroeg audiëntie
bij de gouverneur. Deze was echter ziek.
Zijn plaatsvervanger, Van Haaren, was
op het poütiebureau. Daar ging De
Kom heen.
'Op het politiepaleis trad na enkele
ogenblikken, hoogrood van drift, de
Procureur-Generaal binnen en beval
zonder mij ook maar een ogenblik
aan het woord te laten: 'Arresteer
die kerel'!'
Na De Koms arrestatie eiste een grote
menigte zijn vrijlating. Van Haaren
schrok hevig en zei dat de mensen dins
dagmorgen 7 februari terug moesten
komen. Dan zou hij De Kom vrijlaten.
Toen op die dag de massa naar het
gouvernementsplein optrok, had Van
Haaren de politie en militairen met kara
bijnen klaargezet. De menigte was
kalm. Toen echter, volkomen onge
motiveerd, één der kameraden gearres
teerd werd, had dit de uitwerking dat
allen opnieuw opmarcheerden naar het
gouvernementsgebouw. Zij zouden niet
eerder weggaan dan nadat De Kom in
vrijheid gesteld zou worden. 'Van ru
moer of gewelddadigheid was nog steeds
in het geheel geen sprake. Men weiger
de echter rustig uiteen te gaan en hierop
vielen vlak na elkaar de beide salvo's,
die 22 zwaar gewonden en 2 doden
ten gevolge hadden. De doden waren
gevallen en de politie achtte het hierna
nog nodig tot een sabelattaque op de
in paniek vluchtende menigte over te
gaan'.
En voegt De Kom met bitterheid eraan
toe: 'Nog die zelfde avond werd de po
litie wegens haar optreden officieel ge
huldigd en beloond met een bier fuif'
(3).
Op 10 mei werd De Kom, zonder vorm
van proces, op een schip naar Nederland
gezet.
Tegenover elkaar staan twee visies op
het gebeuren.
Van Haaren meende dat het wettig,
koloniaal gezag in gevaar was. De Kom
werd dan ook beschuldigd van een sa
menzwering tot omverwerping van het
gezag. Eisen tot diepgaande maatschap-
121