De geschiedenis van de Bethelkerk
W. Chr. de Bree
Gaarne voldoe ik aan het verzoek om
iets over de geschiedenis van de onlangs
gesloopte Bethelkerk op papier te zet
ten.
Als geboren Gorzenaar heb ik zowel
de bouw van de houten noodkerk, als
die van de stenen kerk persoonlijk
meegemaakt en in beide gebouwen
jarenlang gekerkt tot aan mijn huwelijk
in 1937, dat ook in deze kerk werd be
vestigd.
Na mijn vertrek naar Rotterdam- Oud
Mathenesse bleef de band met de Her
vormde Gemeente van Schiedam be
staan, omdat immers dit Rotterdamse
stadsdeel nog steeds tot hervormd
Schiedam behoort. Bovendien mocht
ik aldaar enkele tientallen jaren deel
uitmaken van diverse kerkelijke colle
ges.
Om enig inzicht te verkrijgen in de om
standigheden van de burgerlijke en
de kerkelijke gemeente omtrent de
eeuwen wisse hng, is het goed om even
naar die tijd terug te grijpen.
Schiedam had in 1900 27.700 inwo
ners, waarvan 48,2 pet. hervormd;
in 1910 was dit 32.500 en 43.9 pet.
hervormd.
De Hervormde Gemeente had sinds
1864 vijf predikanten en Ds P.C.A.
Halffman was de eerste predikant
die de z.g. Gorzen kreeg toegewezen;
deze kwam in 1892 van Koudekerke
naar Schiedam en bleef tot zijn over
lijden in 1933 de Gorzendominee.
Burgerlijke gemeente
Omstreeks 1900 bevatte de Gorzen
niet veel meer dan de Groeneiaan met
zijstraten, de Dwarsstraat en de Hoofd
straat, bebouwd met in hoofdzaak
kleine eensgezinswoningen.
De Havendijk was werkeüjk een dijk
met grote bomen en een glooiing naar
een groot weiland - doorsneden door
sloten - dat zich uitstrekte tussen deze
dijjk, de achterkanten van de nu afge
broken huizen en fabrieken aan de
Hoofdstraat en verder langs de einden
van de zijstraten aan de zuidelijke
kant van de Groeneiaan tot aan het
Spuikanaal.
Het niveau van deze weilanden lag
op geüjke hoogte met de Hoofdstraat
en bij hoogwater moesten de vloed
planken de huizen langs de Voorhaven
voor onderlopen behoeden.
De achterkanten van de huizen aan
de Hoofdstraat waren door een sloot
van de weilanden gescheiden. Deze
sloot üep vanaf de Havendijk door
naar het laatste gedeelte van de Groene
iaan - in de volksmond 'Poeplaan' ge
noemd - vanwege enkele daar gelegen
boerderijen en paardestallen met de
ermee gepaard gaande gevolgen.
Het oudste gedeelte van wat nu
Ridderkerksestraat heet nabij het Wilhel-
minaplein, heette toen Brandpad. Aan
het einde hiervan lag over de eerder
genoemde sloot een bruggetje, om bij
hoogwater de bewoners van de Hoofd
straat in noodgevallen de gelegenheid
te bieden hun woningen aan de achter
kant te verlaten. Vandaar de naam
Brandpad.
Mede in verband met de komst van
de Werf Gusto in 1905 maakte de ge
meente omstreeks 1903 plannen om
over bouwrijpe grond in de Gorzen
te kunnen beschikken. Daartoe wilde
men de bovengenoemde weilanden gaan
opspuiten. Een Delfshavense eigenaresse
van een deel van deze weilanden wilde
toen haar grond niet aan de gemeente
verkopen, zodat besloten werd voorlopig
het gedeelte tussen Spuikanaal, Haven-
97