Scheveningse zeilloggers
M.P. Zuydgeest
Bij het doorlezen van het november
nummer 1982 van 'Scyedam' las ik met
veel belangstelling het artikeltje 'Schie
dam in oude ansichten' geschreven door
de heer H. Kiela. In de beschrijving
van de 'kleurrijkste' ansichtkaart uit de
verzameling van de heer Kiela, miste
ik een toch wel interessant detail. Tus
sen de Brielse boot en het hoofd is na
melijk een uitgaande houten zeillogger
te zien, die getrokken door een sleep
boot richting visgronden koerst. Het
is toch wel kenmerkend, dat dit detail,
naar ik aanneem, onbewust wordt
overgeslagen, daar dit in het algemeen
geldt voor alles wat met de haringvis
serij vanuit Schiedam te maken heeft.
Vele boekwerken, brochures, plaatwer
ken hebben de laatste jaren over Schie
dam het licht doen zien. Hierin komt
behalve in het boekwerk van Van der
Feijst de haringvisserij niet of nauwe
lijks ter sprake. Uiteraard is wel bekend,
dat in de 19e eeuw en aan het begin
van de 20e eeuw vanuit Schiedam de
haringvisserij in zeer geringe mate be
oefend werd, maar er wordt nauwelijks
stil gestaan bij het feit, dat tussen
1895-1923 vele vooral Scheveningse zeil
loggers vanuit Schiedam uitvoeren ter
haringvisserij
In de 19e eeuw hebben we in Schiedam
de volgende rederijen gekend:
(de vroegere haringvisserij in de 17e en
18e eeuw laat ik hier geheel buiten be
schouwing).
1818-1819 Meijer Bakhuizen
1839-1844 Je Groot, Roelants Co.
1883-1884 A. Houtman Co.
1884 Reederij 'Excelsior'
1885-1894 Zeevisscherij 'Schiedam'
1895- Zeevisscherij'Schiedam'in
liquidatie'
1896-1909 Zeevisscherij 'de Hoop' dir.
A.v.d. Toorn Jr.
Deze rederijen hadden slechts een gering
aantal schepen in de vaart en hebben
dan ook niet bijgedragen tot een grote
toeneming van het scheepvaartverkeer
in Schiedam.
Het waren vooral houten en stalen zeil
loggers en bomschuiten die van de ha
vens van onze stad gebruik maakten.
Zeilloggers waren kielschepen voorzien
van twee masten met kottertuig afm.
ca. 24 x 6,20 x 3,1 meter, bemand met
12-14 koppen.
Bomschuiten of bommen waren plat
boomde vaartuigen afm. 13,87 x 6,80 x
2,70 meter, bemand met 7-9 koppen.
De afmetingen van deze schepen waren
nogal variabel. Bovengenoemde maten
zijn van de grootste soort bomschuit.
Wegens het ontbreken van een haven
te Scheveningen, Katwijk, Noordwijk,
Egmond en Zanvoort waren deze sche
pen zeer sterk gebouwd, daar ze door
de branding het strand moesten berei
ken.
De vraag is echter, waarom de vooral
Scheveningse reders met hun schepen
Schiedam aandeden. Ik zal trachten hier
bij op deze vraag een antwoord te geven.
1Zeilloggers waren kielschepen en kon
den niet door de branding het strand
bereiken, daar zij dan direct kapot
zouden worden geslagen. Deze sche
pen hadden een haven nodig en deze
ontbrak tot 1904 te Scheveningen,
terwijl de overige kustplaatsen nooit
een haven hebben gehad en later op
IJmuiden aangewezen waren.
2) Na 1904 konden in principe loggers
van de Scheveningse haven gebruik
maken. Dit werd ook zeker gedaan,
maar deze haven was zeer ondiep
(voorschrfit Defensie), slechts bij hoog
water aan te lopen en bij slecht
weer bijzonder gevaarlijk om aan te
doen. Verder bood de haven bij storm-
11