Schiedam toen en nu, een open boek
Wim Thijsse
In 1935 ongeveer was ik leerling van de
Kweekschool met den Bijbel aan het
Aelbrechtsplein in Rotterdam. Ik woon
de in Delft. Per trein reisde ik vandaar
naar Schiedam; wandelde naar het eind
punt van de Rotterdamse tram en bereik
te zó het doel waar ik niet zo overtuigd
naar streefde.
Schiedam was - toen - voor mij niet
veel anders, niet veel méér dan begin-
en eindpunt van tram en trein. Een
muziekwinkel en een grote R.-K. kerk
vervolmaakten dit beeld. Maar in de
herinnering zijn een paar - toch ty
pische - gebeurtenissen blijven hangen.
Daar is dan allereerst dat meisje dat
mij eens passeerde en dat daarbij (ken
nelijk omdat ik haar naar haar zin
niet voldoende bekeek) luidkeels sprak:
'wat een zedige'. Dat was ik dus; in haar
ogen.
De tweede gebeurtenis: meer dan
eens ontmoette ik bij het station een
wat sjofele man met of op een driewie
ler bakfiets. Aan dit karig aandoende
vervoermiddel was - heel vrijmoedig -
een papier bevestigd. De daarop, hane-
poterig, aangebrachte mededeling luidde
als volgt
Kunt u niet goed drukke
Gebruikt mij rozijnebrood
En het zal u lukke.
Kort na deze ontmoetingen zag ik
een foto in de krant waarop genoemd
vervoermiddel stond afgebeeld - na
een afdoende aanrijding volkomen ver
frommeld. Ik had medelijden met de
zielepiet, die in de crisistijd zó in zijn
onderhoud voorzag. Ik heb hem na
dit accident niet meer gezien...
Tenslotte: op het (oude) station
was, een wachtkamer der Eerste Klas
se. In een vrolijke bui hebben wij -
kweekschool-studenten uit Delft, Vlaar-
dingen en Maassluis - deze plechtige
ruimte eens betreden. Een opmerkelijk
interieurdeel was het schellekoord, waar
van het bijschrift 'BUFFET' ons deed
vermoeden dat, als je aan dit koord trok,
er een Ober-Kellner Eerste Klasse tevoor
schijn zou treden. Dat bleek -na de
trekking- juist te zijn. In dier voege
dat de buffetbeheerder in hoogts ei
gen persoon ten tonele verscheen. Hij
was gekleed in een boezeroen met op
gerolde mouwen. Wij bestelden bij hem
1 (één) reep chocolade!
's Mans reactie was deze: rood van
woede schreeuwde hij ons toe: Deze
wachtkamer is voor personen eerste
klasse en niet voor mensen derde klas.
Toch vonden wij die opmerking niet
geheel terecht, noch rechtvaardig. Wij
zaten nl. in de derde klas. Op school
dan.
Rokoko
Ja: personen en mensen. Arme sloebers
op een gammele bakfiets...
Weinig had ik toen kunnen vermoeden
dat ik later, laten we zeggen omstreeks
1980, nog eens zou kennis maken met
'Personen' en 'Mensen'; met Heren en
Knechten. Met arme drommels en rijke
branders. Dat was toen ik bezig was met
mijn inmiddels voltooide boek
Rokoko
Democratie in wording.
Terwille van dat boek ging ik in oude
steden o.a. op zoek naar wat bleef van
de Rokoko, van de 18e eeuw. In dit
boek staat de maatschappeüjke struc
tuur van die tijd centraal. Het proces
van de democratisatie heb ik (gepro
beerd) overal bloot te leggen: in het
destijdse reizen; in de beleving der
religie; in de gezondheidszorg; in
3