Het Proveniershuis: de Rokoko-maatschappij in optima-forma.
(Foto.J.F.H. Roovers.)
alcoholische dranken in niet onaanzien
lijke mate door de heerlijke kelen.
Ook de dames wisten haar te waarderen.
Aan deze vraag dankte Schiedam voor
een stevig deel haar bloei als branders-
stad.
Arbeidsintensief proces
Het maken van de jenever was (echter)
een uiterst arbeidsintensief proces. Nog
maals: het kon uitsluitend plaats hebben
d.m.v. 'slaven'-arbeid. De zwaarste, lang
ste en meeste arbeid vroeg het maken
van de eigenlijke grondstof: de zgn.
moutwijn. Het vermelden van een en
kel stadium uit het daartoe leidende
arbeidsproces kan een aanduiding zijn
van het meer (of minder!) dan mense
lijke dat van de knechts werd gevraagd.
Uitgangspunt voor de moutwijn was toen
gerst. Die werd per schip aangevoerd.
Zodra zo'n schip -het zal een Kaag of
een Smak geweest zijn, voor zover het
inlandse gerst betrof- binnenliep, luidde
men de klok op het Zakkendragers
huisje. De tegen stukloon werkende
zakkendragers spoedden zich naar dit
centrum. Voor niet ieder van hen was
er emplooi: de dobbelstenen wezen de
'gelukkigen' aan. Die begaven zich naar
en in het schip om het graan in zakken
die 50 of meer kilo wogen op de nek
te nemen, uit het schip te brengen en
vervolgens één of meer trappen omhoog
te sjouwen naar de kiemzolder van de
branderij. Het volledige 'branderij-pro-
ces' ter verkrijging van de moutwijn,
d.w.z.: de directe grondstof voor de je
never, zal ik u besparen. Het is, voortref
felijk gevisualiseerd, weergegeven in het
Nationaal Gedistilleerd Museum, geves
tigd in de kelders van het Schiedamse
Stedelijk Museum. Mocht u dit wat
ver-van-huis vinden: ook het Museum
De dubbele Palmboom te Delfshaven
en het Gemeentelijk Museum te Weesp
5
mtmi