Het Bij dorp se volkslied (Poldervaartlied) 1. De machtigste koningen van storm en van wind wonen in Bijdorp tussen spoorlijn en brug Dat zijn onze jongens de Bijdorpse jeugd Want die deinzen voor niemand terug En als zij verheffen hun clublied des nachts Schrikt iedere boer zich een baard Want zij zijn de heersers der aard En de koningen van de Poldervaart (refrein) tralalala tralala 2x hiep hoi want zij zijn de heersers der aard en de koningen van de Poldervaart 2. Verschijnt er een schip op de Poldervaart Dan juichen zij luid en wild En hun wrakkige schuit als een pijl uit een boog schiet terstond door de wateren zilt En Schilt die wordt bang en hij siddert van angst Arie Mil die verwenst er de dag En hij klimt in het kraaienest omhoog Voor onze bloedrode Bijdorpse vlag (refrein) 3. Maar nu is gekomen het laatste gevecht De Gemeente heeft de zege behaald Ze zijn thans gaan dempen de Poldervaart Dan heeft de jeugd hier zijn tol dus betaald Bedenk wel o heren wat gij gaat doen Dat dempen stemt niemand tot vreugd Want de polder was jaar in jaar uit Recreatie voor Bijdorpse jeugd (refrein) 4. Verdwenen is nu de Poldervaart En mèt haar ook de Blauwe brug Jammer genoeg werd ook zij niet gespaard Maar we kregen er vijvers voor terug Maar wat ook gebeurt, wat de plannen ook zijn Ons Bijdorp moet blijven bestaan Want wij zijn de heersers der aard En ons Bijdorp dat blijft toch bewaard. (refrein) 58

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1983 | | pagina 22