fj./.' C...25T
Intrede van 'De Roo Roosen' op het rederijkersfeest in
1607 te Haarlem. Deze plaat komt voor in een boek,
getiteld: Const-thoonende luweel by de lofflijcke stadt
Haerlem'(Zwolle, 1607), waarvan de titelpagina hier
onder is afgebeeld.
te komen tot Schiedam, met Trom,
Blasoen en Vaen ten huyse van Pie-
ter van Leeuwenschilt op het Nieu-
werck op varckemarcktsdag zijnde
woensdag den 28 October 1705.
Deze Pieter van Leeuwenschilt was een
herbergier en in zijn herberg zullen de
leden van de Vijgheboom met hun gas
ten de schone kunst van retorica aanbe
den hebben. De Bibliotheca Belgica
geeft in een fraaie, maar afgemeten
volzin een cynisch commentaar bij deze
bijeenkomst:
La milieu dans lequel ces pieces fu-
rent debitées, le cabaret de P. van
Leeuwenschilt, promoteur du con
cours, et l'occasion même du con
cours, le Varckemarckt, peuvent don-
ner une idéé de la crudité et de la
vulgarité de ces póesies (deel V, p.
403).
(Vertaling: Het milieu waarin deze stuk
ken opgevoerd werden, het cabaret van
P. van Leeuwenschilt, organisator van
de wedstrijd, en zelfs de gelegenheid van
de wedstrijd, de Varkensmarkt, zouden
een idee kunnen geven van de ruw
heid en de grofheid van deze poëzie.)
De conclusie die ik uit dit uitvoerige
citaat trek, is dat het duidelijk is dat
het hanteren van de literair-esthetische
maatstaven bij de beoordeling van de
ze literatuur weinig zal opleveren. In
de laatste paragraaf van mijn artikel kom
ik erop terug.
De Vijgheboom doet nog eenmaal
mee aan een rederijkersbijeenkomst.
In 1709 wordt er een 'Kerkmisfeest'
door de kamer van Noordwijk gegeven.
Het boek dat naar aanleiding van dit
feest gepubliceerd wordt, is volgens de
Bibliotheca Belgica het laatste dat door
de rederijkers in de lagen landen uitge
bracht wordt. Dan komt langzaam het
einde van een periode die in Nederland
ruim driehonderd jaar geduurd heeft,
en waarvan er eigenlijk niets - op de
hoogtepunten na - bekend is.
Over de resultaten van de rederijkers
studie
Ter afsluiting van mijn bijdrage zal ik in
het kort aangeven op welke wijze de
Schiedamse rederijkerij beoordeeld moet
worden. Het is m.i. niet van belang om
literair-esthetische maatstaven bij de be
oordeling van hun schriftelijke produk-
ten aan te leggen.
Het gaat erom dat we die teksten moeten
beoordelen tegen de achtergrond van de
samenleving waaruit ze voortkwamen.
Bij deze uitspraak hoort enige toelich
ting. Deze toelichting heeft betrekking
I V W E E L,
87
CONST-T HOON INDE
23p öt loüijtiic (laDt Ijarrlnu' ten btt-
fcrt'.if tun Tiuu rotxi ttijeken, na lu&t Qfbjad)».
IDntr iniu Dupb.'Itcfe litrtlnttt mie.
txnt)ooiii h>o;0: alles trat Dr.i Ujrn'rljf r.uctj
t tckrn om Dm 3muit u irooflm/
riiDt juarn b;i 14 Rain.
v|<* »*- S
DiocLct des Lsodfclup»Ovei ijtttl, K07.