Onjuist is het echter te stellen dat,
zoals de stadsgids van Schiedam dat
doet, dat het gasthuis hier reeds in 1260
gevestigd was. Dat is onjuist om twee
redenen, ten eerste omdat het gast
huis toen nog niet gesticht was, ten
tweede omdat het gasthuis pas in 1532
naar deze plaats verhuisde. Desalniet
temin bevinden wij ons hier in een oude
en daarom eerbiedwaardige ruimte en,
als deze muren konden spreken, zou er
een lijvig en levendig geschiedwerk
kunnen worden samengesteld volgens de
methode 'histoire orale' of zoals de
Historische Vereniging dat noemt 'mon
delinge historische documentatie'. Dat
kunnen deze muren echter niet helaas,
en daarom heb ik mij maar met deze
geschiedschrijving beziggehouden, waar
van het resultaat echter minder lijvig
en wellicht levendig is dan wanneer het
volgens de zojuist genoemde methode
zou zijn gedaan.
Ik wil het thans met u met name hebben
over de stichting van dit gasthuis, om
daarna de hier tentoongestelde stukken
toe te lichten, om tenslotte iets over
mijn boekje te zeggen.
Stichting gasthuizen
Waarom stichtte men gasthuizen? Hoe
wel dit een eenvoudige vraag is zou ik
alleen al daarover de mij toegewezen
spreektijd kunnen vullen. Welnu, het
antwoord op deze vraag is te vinden in
het boek dat lange tijd in deze gewijde
ruimte te vinden is geweest maar hier
nu niet meer is. In een der hoofdstukken
van dat boek lezen wij namelijk over het
te eten geven van de hongerigen, het
laven van de dorstigen, het herbergen
van de vreemdelingen, het kleden der
naakten, het bezoeken der zieken en
het bezoeken der gevangenen, welke
passage wordt gevolgd door de aanma
ning: 'Voorwaer segge ick u, voor soo
veel gij dit één van dese mijne minste
broeders gedaen hebt, so hebt gij dat
mij gedaen
Om deze redenen werden dan ook bij
de vroegste kloosterorden in Europa
voorschriften in acht genomen over de
zorg voor vreemdelingen. In de regels
van het rond 530 te Nursia door Bene-
dictus gestichte klooster komt bijvoor
beeld een apart hoofdstuk voor over
de ontvangst der gasten en de zorg
voor het gastenverblijf. Ook later ge
stichte kloosters kennen dergelijke voor
schriften en op het Concilie van Aken
in 816 werd bepaald dat ook ieder
nonnenklooster een hospitium moest
hebben voor arme vrouwen.
De kloosters waren dan ook oudtijds
belangrijke schakels op de reiswegen
en, hoewel het verkeer in de vroege
middeleeuwen schaars was en het on
dernemen van een reis een hachelijke
zaak, was er toch enig handelsverkeer,
waren er diplomatieke reizigers en, niet
te vergeten, pelgrims onderweg naar
o.a. Rome, Jeruzalem of naar Santia
go de Compostella. Overigens heeft ons
gasthuis zijn naam aan laatstgenoemde
plaats ontleend.
Op drukke kruispunten van handelswe
gen en bij de belangrijkste rivierover
gangen vormden deze aan de kloosters
verbonden hospitiums of xenodochia
(vreemdelingenhuizen) reeds vroeg
instellingen van betekenis. Een van de
oudste gasthuizen was bijvoorbeeld het
in 542 te Lyon gestichte, later, in 660
kwam er ook een te Parijs, in 794 een
bij Londen en in 800 een in Rome. Hoe
wel ons gasthuis dit jaar 707 jaar bestaat
ziet u dus dat het ook weer niet zo oud
is.
Een logisch gevolg op deze ontwikke
lingen was dat in de loop der tijden de
gasthuizen steeds losser van de kloosters
kwamen te staan en dat nog later gast
huizen werden gesticht als zelfstandige
instellingen. Dat men toen ook, behalve
vreemdelingen, andere categorieën be
woners ging herbergen blijkt alleen al
uit de woorden hospitaal en de Franse
verbastering daarvan hotel, die toen
hetzelfde begrip dekten. Tegenwoordig
zijn dit geheel verschillende instellin
gen.
Hoewel men dat van het Schiedamse
gasthuis zou denken, was het oorspron
kelijk geen zelfstandige stichting, maar
94