Nogmaals Taxatieregister uit 1748
Boekennieuws
Een van onze leden heeft gereageerd op
het artikel van de heer W.J. van der
Klink in 'Scyedam' 1982, nr. 3, dat
handelde over het Schiedamse Taxatie-
register uit 1748 (gem.arch.inv.nr. OAA
472). We nemen zijn reactie gedeelte
lijk over:
Allereerst wens ik op te merken
dat de heer Van der Klink voor zijn werk
hartelijk bedankt mag worden. De
opmerkingen over de loopnummers heb
ik tot op heden niet erg begrepen, ze
ker niet de vermelding over de twee
loopnummers per pagina indien het een
bewoond huis is Wel is mij opgeval
len dat die loopnummers niet zomaar
volgnummers zijn. In de gevallen die
ik heb nagezien zijn de loopnummers
van het register gelijk aan de protocol
nummers die gehanteerd werden voor
het onroerend goed. Een kleine bijkom
stigheid die m.i. de moeite van het ver
melden waard is. B.v.:
OAA 472
Zijlstraat loopnummer 470
Maartje Nagtegaal weduwe enz.
Prot. nr. 470
Maritje Jans wed Michiel Cente
Plooy
gekocht in 1737 5 jan, verkocht
31 okt 1750.
Maartje Jans de Nagtegaal j.d. tekende
aan te Vlaardingen 22 mei 1707 (Schie
dam 21 mei 1707) met de Schiedammer
Migiel Cente Plooy, ged. te Schiedam 23
dec. 1678, zoon van Cent Migiels en
Lijntje Jacobs, weduwnaar van Maartje
Claas Bernouw, zij was van Rotterdam
en woonde toen te Vlaardingen.
(J.G. Koning, Kreek 14, Brielle).'
Naschrift
Acher de twee loopnummers per pagina
moet niet te veel gezocht worden. Nor
maal was twee, maar wanneer enkele
huizen onbewoond waren, en er dus geen
gegevens te vermelden waren, pasten
daardoor meer nummers op één pagina.
Het overeenkomen van loopnummers
met protocolnummers hoeft niet vreemd
te zijn. Belastingen en onroerend goed
kunnen nu eenmaal niet los van elkaar
worden gezien, en tevens was men in
die tijd met een nieuw belastingsysteem
gaan werken.
W.J. van der Klink
J.M.M. Jansen, Zevenhonderd jaar Sint
Jacobs-GasthuisSchiedam 1982, 110
blz., 19 ill, f 17,50
De beschrijving van ruim 700 jaar Sint
Jacobs-Gasthuis in het boekje met die
titel van J.M.M. Jansen kent twee delen:
de geschiedenis en het archief. Van het
archief is de inventaris opgenomen,
terwijl teksten van de belangrijkste ak
ten, zoals die van het 'beste cleet' van 7
januari 1286, die bepaalde dat na de
dood van elke inwoner van de stad zijn
of haar beste kleed aan het Gasthuis
kwam, in bijlage zijn opgenomen. Dat
gebeurde b.v. ook met de namenlijsten
van regenten, priesters en predikanten
(voor resp. na de alteratie, 1572), chi-
101
