tatie en kompetitie kregen minder na
druk. Lichamelijk minder sterken moes
ten ook een kans krijgen. De organisatie
was als volgtEr was één bond voor alle
takken van sport en slechts één afdeling
in elke plaats, die de kulturele aktivitei-
ten organiseerde en de deelname aan de
politieke manifestaties van NVV en
SDAP.
Pas op het niveau van de afdeling werd
een onderscheid naar sport gemaakt.
Men was dus in de eerste plaats lid van
de NASB en niet bijv. van een voetbal
club. De organisatievorm beklemtoonde
a.h.w. dat het om sport en socialisme
ging. De NASB had eigen kompetities.
Wel deden clubs uit de NASB mee in
de kompetitie van de burgerlijke sport
als er te weinig andere NASB-clubs
waren in een regio om een kompetitie
te kunnen spelen.
In 1933 bereikte de NASB het hoogte
punt wat leden betreft, nl. 26.000.
De NASB in Schiedam
De Sociaal-Democratische Vrouwenclub
heeft in Schiedam het initiatief genomen
tot de oprichting van een Schiedamse
afdeling. Vooral de dames Dinkelaar
(vrouw van het bekende SDAP-raadslid
Jan Dinkelaar) en Rijkuiter moeten hier
genoemd worden. Behalve de gedachte
aan socialistische sportbeoefening, speel
de ook een praktische gedachte daarbij
een rol, namelijk dat met de opkomen
de werkloosheid aan werklozen mogelijk
heden tot zinvolle bezigheden gegeven
moesten worden. Voor een laag bedrag
zouden zij in georganiseerd verband
moeten kunnen sporten. De oprichting
vond plaats op 10 februari 1930. Er
kwam een turn-, voetbal-, korfbal-,
zwem- ('Watervrienden') en toneelgroep.
Ook voor de jeugd werd het nodige ge
daan: de 'Jonge Pie ter Jellengroep'
(PJL) voor de kinderen van 6-13 jaar
(zo genoemd naar Pieter Jelle Troelstra).
De NASB was de enige landelijke socia
listische organisatie, die iets deed voor
deze leeftijdsgroep. Dit werk bleek aan
te slaan. Deze groep werd de grootste
binnen de NASB.
Rinus Boomsluiter met vrouw in het Volkspark te
Schiedam, circa 1934.
Rinus Boomsluiter was al spoedig na
de oprichting van de Schiedamse afde
ling lid geworden op 23 februari
1930). In januari 1938 kwam hij in het
bestuur van de turngroep als tweede
penningmeester, belast met de zorg
voor de donatie. Door vertrek van nogal
wat bestuurders was hij al gauw sekre-
taris en penningmeester.
Van dat seizoen 1937-1938 heeft hij nog
een jaarverslag. Hierdoor kunnen we
een momentopname krijgen van de af
deling.
Leden
Het ledental (inklusief aspirant- en rus
tende leden) was op 1 april 1937:
Turngroep 67
Voetbalgroep 52
Korfbalgroep 15
(per 8 juni 1937)
'Jonge Pieter Jellen' 100
234
Aan het eind van het jaarverslag wordt
een ledenwerfaktie aangekondigd om het
123