jaren en ook de expansie in andere
branches, zijn van grote invloed geweest
op de latere gang van zaken.
De Lange Haven, voor mij het meest
bekende terrein, en andere delen van
de oude binnenstad, stonden duidelijk
in het teken van een goede omzet in
gedistilleerd.
Het aanvoeren van de grondstoffen,
nieuwe flessen, hulpstoffen en de vele
vervoermiddelen die de produkten kwa
men halen bij de distilleerderijen, boden
aan de Lange Haven en omgeving het
beeld van een bedrijvige en levendige
binnenstad. Wel wekte de opslag op de
smalle kades en het wachten bij ladende
of lossende auto's weieens irritaties op
bij het passerende verkeer.
Reorganisatie en verbouwing
In de naoorlogse jaren bestond bij 'De
Graauwe Hengst' de eerste verandering
uit een grondige reorganisatie en ver
bouwing in het gebouwencomplex.
De advocaat-afdeling werd verplaatst
en er kwam een tweede spoelmachine.
De emballage-afdeling, waar nog steeds
met retour-flessen werd gewerkt, moest
verhuizen. Daartoe werden de zolders
in gebruik genomen. Waren deze vroeger
praktisch onbereikbaar, een goederenlift
bracht daar verandering in. Er kwam
meer bottelruimte en meer opslagruimte
voor te verzenden goederen. Dit alles
kwam na veel overleg tot stand.
Bij deze reorganisatie had het personeel
veel inspraak, iets heel bijzonders voor
die tijd. Vermoedelijk kwam dit door
de menselijke houding van de heer P.
Mak.
De verbouwing betekende wel een ver
betering, maar door het steeds toene
mende bottel-werk was deze weldra
achterhaald en was het weer tobben in
de beschikbare ruimten.
Door de conjunctuur van toen (circa
1955) werd het steeds moeilijker perso
neel aan te nemen. Ja, verschillende man
nen, die jaren lang bij het bedrijf hadden
gewerkt, stapten over naar beter betaal
de banen.
De bij c.a.o. vastgestelde lonen behoor
den tot de laagste in ons land. (Het was
ook een van de laatste c.a.o.'s.)
Jammer dat het aantal georganiseerden
in deze bedrijfstak zo bedroevend laag
was en nog is. Was dit anders geweest,
dan had er misschien meer bereikt kun
nen worden.
Dikwijls maakten werkgevers misbruik
van deze situatie. Bij verschillende be
drijven werd het helemaal niet op prijs
gesteld dat men georganiseerd was. Mij
is zelfs een geval bekend dat een geor
ganiseerde werknemer opslag kon krij
gen, mits hij zijn lidmaatschap van de
vakbond opzegde.
Dit vond plaats bij een van de grootste
bedrijven in Schiedam. Een ander vond
zo'n c.a.o. maar niks. Het personeel dat
bij hem werkte was toch niet georgani
seerd. Daarom dacht hij dat hij het nu
ook niet hoefde uit te betalen volgens
die c.a.o..
Zelfs in 1968 nog, werd het mij door
een andere directie kwalijk genomen dat
ik georganiseerd was.
Daaraan heb ik mij gelukkig niet ge
stoord, want bij de daarop volgende
beëindiging c.q. fusie van het bedrijf,
bleek tot grote schrik van de directie dat
de bonden daarbij betrokken moesten
worden, die ik ook gei'nformeerd had.
Maar laten wij nu weer de gang van za
ken in het bedrijf zelf volgen.
Na de grote verbouwing/reorganisatie
kwam er weer iets totaal nieuws in de
Schiedamse distilleerderijen-wereld
Het zal rond 1950 zijn geweest, dat
door gebrek aan mankracht de eerste
dames hun werkzaamheden begonnen
in de distilleerderij: naar ik meen in
Schiedam een ongekend feit.
Er werden toen bij ons twee dames
aangenomen. Vooral het tappen van fles
sen en het etiketteren ging hun al spoe
dig goed af. Later werd hun aantal uit
gebreid tot ongeveer twaalf.
Het is steeds prima gegaan. Later was het
werken van vrouwen in distilleerderijen,
met name waar het Schiedam betrof,
heel gewoon.
Mannelijk personeel aantrekken werd
158