Schiedam en de literatuur (1)
van de Broersvest en de Lange Kerk
straat. Hier was de bebouwing van
Broersvest, Doelehofje en Kreupelstraat
gesloopt en waren typisch Schiedamse
plekjes verdwenen. En zo heeft de ge
schiedenis zich herhaald, zij het op een
andere plaats en in een andere tijd.
1) Deze woorden zijn slechts vermoedelijk
juist. Voor zover bekend is geen gedrukte
of geschreven tekst beschikbaar.
F. C. Noordegraaf jr.
Penning Jr., Willem Levinus (1840-
1924)
Hij stamt af van de geslachten Pen
ning en Pigeaud, bekende en rijke Schie
damse branders. Na het overlijden van
zijn grootvader is de tak verarmd. Hij
is geboren op 10 november 1840 te
Schiedam als zoon van Willem Levinus
Penning en Anna Geertruida van der
Schalk, aan de Schie 94 (nu verdwenen).
Later woont hij te Schiedam aan de Lan
ge Haven 126 (vlak bij Haverschmidt)
en daarna aan de Lange Kerkstraat 68.
Hij bezoekt de M.U.L.O.-school, maar
moet op z'n dertiende al gaan werken.
Eerst op een notariskantoor, dan bij
de registratie, als boekhouder bij ver
schillende fabrieks- en handelsadmini
straties en laatst bij de gemeentesecreta
rie van Schiedam. Hij schrijft al vroeg ge
dichten, maar als zijn lessenaartje vol is,
verscheurt hij de inhoud. Hij huwt op 3
december 1879 met Emilie Caroline
Constantine Penning-Nieuwland, z'n
achternicht.
In het voorjaar van 1881 wordt een kind
je dood geboren en meer kinderen zijn er
niet gekomen. Op 1 november 1882 gaat
Willem met zijn vrouw wonen bij zijn
vriend A. van der Eyk te Delfshaven,
omdat hij last krijgt van z'n ogen. Hij
moet z'n kantooruren beperken en
hulp inroepen voor de correctie van
zijn drukproeven van gedichten. Sedert
juni 1882 loopt hij met onbepaald ver
lof van de gemeentesecretarie Schie
dam en draagt hij een zwarte bril.
In 1884 is hij geheel blind. Willem
en Emilie verhuizen dat jaar naar Kam
pen en gaan bij een zuster van haar,
de weduwe Busken-Huet inwonen en
wel tot 1886. Dan verhuizen ze naar
Rotterdam en gaan daar in de Jonker
Fransstraat wonen. Z'n vrouw is borst-
lijderes. Ze verhuizen achtereenvolgens
naar de wijken Feyenoord, Kralingen en
naar de Maaskade. In 1893 is zijn vrouw
hulpbehoevend. In 1900 verhuist het ge
zin naar Den Haag waar het gaat wonen
bij de weduwe Boogaard, een zus van
Willem. Vanaf 1901 is mej. A. van Wa
ning voor Willem een vaste schrijfhulp en
lectrice. Emilie overlijdt op 20 novem
ber 1906. Willem verhuist met z'n zus
naar Rijswijk, waar ze wonen in de
Leeuwendaal en later aan de Rijswijk-
seweg. Zijn vriend Frans H. Eydman
woont daar naast hem en leest hem veel
voor. In de strenge winter van 1923-
24 wordt Penning opgenomen in een
ziekenhuis, nadat hij thuis een tijd door
z'n zuster is verpleegd. Op 29 februari
1924 overlijdt hij. Hij wordt begraven
op Nieuw Eik en Duinen te Rijswijk,
waar ook zijn vrouw begraven ligt.
Bij zijn begrafenis waren slechts enkele
intieme vrienden aanwezig.
Penning was al vroeg in de literatuur ge
ïnteresseerd. Omdat hij zelf vaak te wei
nig geld had om boeken te kopen, be
zocht hij regelmatig de bibliotheek te
Schiedam om aan zijn trekken te komen.
Hij las Tollens, Bilderdijk en Beets.
19