Een Sinterklaascadeau in 1826
sleten. Oom en tante bezaten nl.: een Ca
mera Obscura, een Haverschmidt (volle
dig), een Genestet, een Multatuli. De R'dam-
dijk was een armoebuurt.' Hierbij zond ze
twee kopieën van brieven van Bordewijk
aan haar ('Den Haag, dinsdag 9 juni 1964'
en 'Den Haag, 21 september 1964'). Uit de
eerste brief: 'Uw brief heeft me totaal on
verwachte verrassing bezorgd, minder wegens
uw geboortig zijn uit Schiedam - in de tijd
nog van het gaslicht neem ik aan -, dan wel
vanwege het feit, dat u gewoond hebt in de
Katshoek en wij, onwetend van elkaar, on
der- en bovenbuur zijn geweest. En dan het
ons beiden bekende gruweitje van de slop,
iets meer centrum-waarts. Het 'Bureau'
heeft me nooit kunnen loslaten. Die eerste
tijd van de Katshoek maakte echter de diep
ste indruk. Ik adviseerde er drie avonden
per week. Ik schreef Geachte Confrère op
verzoek. Het is niet zo best uitgevallen in
zijn opzichtigszelftevredenheid, al zijn dan
de twee hoofdstukjes over het 'Bureau' niet
de slechtste.' En uit de tweede brief: 'Het
Schiedam van voorheen laat me evenmin
als u helemaal los, al schreef ik er weinig
over. Ik herinner me uit de eerste jaren van
kennismaking huisjes aan de dijkkruin die
van achteren door naakte palen werden on
dersteund. Dat is allang verdwenen en de
stad gaat mee met wat de eeuw op sociaal ge
bied eist. Zoiets te hebben gezien blijft ech
ter een beleving.'
Ter verduidelijking: Ida Gerhardt is niet te
Schiedam geboren, maar woonde er van
27-6-1908 tot 12-5-1914 aan de Overschie-
sestraat 12 en Plein Eendracht 23 beneden
(geboren 11-5-1905 te Gorcum).
W.J.M. van Gent
Hollandse poppenhuizen uit de zeven
tiende eeuw zijn zeer zeldzaam. In Ne
derlandse musea zijn nog maar zes ex
emplaren te bezichtigen, waarvan drie
in het Rijksmuseum te Amsterdam, de
overigen in het Centraal Museum te
Utrecht, het Gemeentemuseum te 's-
Gravenhage en het Frans Hals Museum
te Haarlem. Dit zijn pronkpoppenhui-
zen en geen speelgoedpoppenhuizen. Zij
onderscheiden zich van de buitenlandse
poppenhuizen, door hun gedetailleerd
heid en luxe, dit weerspiegelt dus een
welvarende tijd.
In de negentiende eeuw had men voor
namelijk speelgoedpoppenhuizen, waar
door veel onderdelen nog al eens voor
vervanging in aanmerking kwamen; voor
verzamelaars zijn deze poppenhuizen
vaak aantrekkelijker, omdat het minder
rigoreus volgen van een bepaalde stijl
natuurlijker gevonden wordt. De be
kwaamheden die bij de aankleding van
poppen te pas kwamen, het maken van
tapijten en het borduren van bedgor
dijnen, moet veel vrouwen sterk heb
ben aangesproken en in sommige geval
len worden er dan ook juweeltjes van
hun kunde geëtaleerd. Er wordt be
weerd dat sommige poppenhuizen en
hun interieur model stonden voor ech
te huizen en hun meubilair; m.a.w. men
kon bij de meubelmaker meubels uit
zoeken, die daar bij gebrek aan toon
zalen op poppenformaat te bezichti
gen waren. Deze meubels waren echter
in het algemeen wat groter; men spreekt
in zo'n geval dan ook liever van minia
tuur-meubilair, omdat het te groot was
voor het poppenhuis en te klein als
kindermeubel. Sommige onderdelen van
dit meubliair werden eveneens een ge
liefd verzamelobject, met name de mi
niatuur laden- en dekenkistjes, vaak
deden zij dienst als bijouteriedoos. Het
lag echter het meest voor de hand, dat
men zich bij de bouw en het inrichten
van een poppenhuis liet inspireren door
135