HET SINT URSULACONVENT TE SCHIEDAM (2) K.P. Companje In het artikel over het Sint- Ursulaconvent uit het vorige nummer van Scyedam werd beschre ven hoe het klooster bij de gro te stadsbrand van 1428 werd ver woest. Na deze verwoesting werd het convent verplaatst naar een ander deel van de stad, name lijk naar de Breedstraat. Het waarom van deze verplaat sing is niet met zekerheid aan te geven. Het enige aanknopings punt is de privilegeverlening uit 1424waarin bepaald werd, dat het klooster aan de achter zijde niet mocht uitbreiden met meer dan een halve morgen land. Er kan verondersteld worden, dat de ruimte achter de kerk voor het groeiende klooster al voor 1428 te klein was en dat de gelegenheid nu aangegrepen werd, om naar een ander deel van de stad te verhuizen, dat meer mogelijkheid tot uitbrei ding bood: het gebied aan de westzijde van de Breedstraat, of Breestraat, werd hiervoor klaarblijkelijk beter geschikt geacht, of men kon hier gemak kelijker grond kopen. Wat er vlak na de brand gebeurd iswaar de nonnen onderdak von den, of er persoonlijke ongeval len waren, dit alles blijft on bekend. De zusters werden o.a. ondersteund door het klooster Sint-Agatha te Delft, hetgeen blijkt uit een schuldbekentenis uit 1441 van het Ursulaconvent ten behoeve van het Delftse klooster Pas in februari 1429 is weer iets bekend van de nonnen, toen •Zweder van Culenborg, de bis schop van Utrecht, hen op 10 februari toestond, om voor een periode van 3 jaar een eigen ministra of moeder-overste te kiezen en op 11 februari hen o.m. officieel toestond om grond en resten van de verbrande hui zen en kapel te verkopen, het klooster te verleggen naar het Schiedamse deel van de Kethelse parochie 4, een priester aan te stellen, en de stoffelijke res ten, die begraven lagen bij het vroegere convent, te verplaat sen Op 29 april volgde hier voor toestemming van het stads bestuur, met de specificatie, dat het hier ging om de verkoop van het convent en de verbrande gebouwen van de hofsteden Op 21 mei was het overleg met de pastoor van KethelJohannes Reynersz., rond. Deze stond de zusters toe, om zich binnen zijn parochie te vestigen als een convent met clausuur en hij gaf hen voorrechten voor eigen priesterkeuze en het inrichten van een kerkhof voor de zusters en de inwoners van het kloos ter 7. Het klooster was toen ge wijd aan de Heilige Ursula. De kapel van het nieuwe convent werd gewijd in juli 1430. Johan, de bisschop van Dschebailwij bisschop van Zweder, bisschop van Utrecht, verleende aan al len, die aanwezig waren op het feest van de altaarwijding van 27 O

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 27