GROOT DENNENLUST
HET SCHIEDAMS KOLONIEHUIS
W.P. Rook
Het laatste kwart van de negen
tiende eeuw werd gekenmerkt
door een slechte economische
toestand. Als gevolg hiervan
begon zo rond 1880 een grote
werkloosheid de kop op te ste
ken, welke eerst rond de eeuw
wisseling wat afnam. In Schie
dam was de jeneverindustrie al
een aflopende zaak, ondanks het
feit dat Amerika de wereld over
spoelde met goedkoop graan.
Hierdoor was een landbouwcrisis
ontstaan en, ondanks het feit
dat de jeneverindustrie over
dat goedkope graan kon beschik
ken, stagneerde de moutwijnpro-
duktie, o.a. omdat de branders
vast bleven houden aan verouder
de produktiemethoden. Was armoe
alom het gevolg, in 1893 werd
het nog erger, omdat de crisis
zich internationaal uitbreidde,
waardoor er in onze stad nog
meer werklozen bijkwamen. De
grote scheepsbouw had afgedaan
(de Nijverheid), of was nog
niet aanwezig (Gusto en Wilton
Fijenoord). Het Schiedam uit
die tijd verdiende het predi-
caat Zwart Nazarethnog ten
volle. De stad, feitelijk maar
net buiten de vesten gegroeid,
had de meeste mensen binnen die
zelfde vesten wonen. In dat
woongebied werd een deel van
het leefklimaat bepaald door
ongezonde toestanden, o.a. ver
oorzaakt door de stadsgrachten,
die tevens als riolering werden
gebruikt. Ook de huisvesting
zelf was ronduit slecht te noe
men. Landelijk gezien woonde
in 1899 54% van de bevolking
in één- of tweekamerwoningen.
In Schiedam blijkt dit getal
nog ongunstiger te zijn als we
kijken naar de vele kleine huis
jes in de Otterbuurt, Bleeker-
straat, Doelehofje, Baan of Ge
dempte Baansloot. Bij de volks
telling in 1920 woonden er in
het Broersveld alleen 1326 per
sonen in 265 huizen en we mogen
stellen dat deze cijfers twin
tig jaar eerder net zo hoog ge
weest zullen zijn. Juist in de
hier genoemde omgeving waren
veel sloten en grachten. Ook
de Singel had vroeger een vie
ze, stinkende sloot, waarvoor
een verzoek tot demping nog in
1885 werd afgewezen. Toch kreeg
men langzamerhand het besef dat
er iets moest gaan gebeuren en
daarom werd kort na 1890 een
begin gemaakt met het dempen
van de watertjes in Broersveld,
Lange Kerkstraat, Kreupelstraat
Baan en Nieuwe Buurt. Bestaan
bleven toen nog Raam, Sint Anna-
zusterstraatNoordmolenstraat
en Zijlstraat, zodat niet in
één keer werd afgerekend met
de ongezonde toestand van wel
eer
In die tijd leverde de stad een
beeld op dat men ook in andere,
oude steden als Delft of Lei
den zag. Een beeld, beheerst
3
Tijdsbeeld