de vastgestelde periode van
vier weken naar een vakantie
koloniehuis te sturen. Ook be
sloot men om een vijftigtal bus
jes te laten maken met daarop
opschriften die de goedgeefse
mensen tot offeren moesten
brengen. Deze busjes, her en
der verspreid, moesten dan met
hun inhoud het fonds verster
ken
Men ging aan het werk. Ieder
deed wel iets en toen men op
15 januari 1901 opnieuw verga
derde hadden zich 104 leden op
gegeven die gezamenlijk 240,-
aan contributies in het laatje
zouden brengen.
De heer Kerdel deelde mede, dat
door het kinderkoor van zijn
school een uitvoering gegeven
zou worden. De baten zouden
voor de vereniging zijn, zo zei
hij toe. Bijna hetzelfde ver
haal gaf de heer Horn, wiens
leerlingen een toneelstuk zou
den opvoeren. Dit bleek later
de respectabele som van 200,-
op te brengen. Er was nu 620,-
in kas en de verwachting was
dat dat wel tot 700,zou
oplopen. Als nu, zo stelde de
voorzitter voor, 500,be
steed werd aan het uitzenden
van kinderen, dan bleef er
200,in kas als reserve.
Hoe nu aan de kinderen te komen
die voor uitzending in aanmer
king komen, was de volgende
vraag. Hiervoor nam men het be
sluit de heren medici te vragen
2 kinderen uit hun patiënten
kring op te geven. Ook de hoof
den der scholen zouden een der
gelijk verzoek krijgen. Uitge
zonderd echter de hoofden van
de openbare scholen Sander en
Van de Hont. Ongetwijfeld is
hieraan een reden verbonden,
maar vooralsnog is het 'waarom'
niet duidelijk.
Als leeftijdsgrenzen stelde men
verder nog vast, dat deze tus
sen de 5 en 12 jaar zouden lig
gen. De kinderen die in 1901
werden uitgezonden gingen naar
particuliere adressen in de eer
der genoemde plaatsen. Hoe het
daar was en hoe het er toeging
is niet te achterhalen. Het zal
in alle plaatsen ook niet een
der toegegaan zijn. Dat deze
uitzendingen in 1900 al plaats
vonden, (toen Laura Maas het
nog alleen deed) duidt er op,
dat er andere steden waren die
Schiedam voorgegaan waren in
dit sociale werk. Landelijk was
er al de Centrale Commissie voor
Kindervakantiekolonies. We mo
gen hieruit niet de conclusie
trekken, dat het met de volks
gezondheid in andere steden an
ders gesteld zou zijn dan in
Schiedam. In onze stad kwam het
initiatief alleen later. Zo
kwam het in Delft zelfs nóg een
jaar later pas tot' oprichting
van "zo'n vereniging die dezelf
de doelstellingen en manier van
werken had.
Bij zowel de Schiedamse als de
Delftse vereniging werden de
fondsen steeds groter en groei
de de behoefte aan een eigen
gebouw. Ieder op zich zouden
de beide verenigingen daar ech
ter toch te klein voor blijven.
Langzamerhand begon zich de ge
dachte te ontwikkelen om, via
een samenwerkingsverband, een
eigen huis te verwezenlijken.
Vooruitlopend hierop werd be
gonnen met het aanvragen van
'Koninklijke Goedkeuring' waar
mee tevens de aansprakelijkheid
7
