het thema van een vergadering
met debat, die op 17 januari
1934 in het Volksgebouw in de
Tuinlaan gehouden werd. Spreker
was de heer J.W. Matthijsen
uit Amsterdam, lid van het lan
delijk partijbestuur van de
SDAP. De heer Verheul, eveneens
uit Amsterdam, trad voor de
ANFB op als debater. Er hing
een gespannen sfeer in de zaal,
die tot en met het podium bijna
geheel bezet was. Ook Baars-
fascisten zaten in de zaal.
De voorzitter van de vergade
ring was Piet de Bruin, oud
wethouder van Schiedam, op dat
moment Gedeputeerde in Zuid-
Holland en voorzitter van de
Schiedamse afdeling van de
SDAP. In deze laatste hoedanig
heid leidde hij de vergadering.
Hij verzocht alle aanwezigen
de kalmte te bewaren.
Matthijsen beschuldigde het
fascisme ervan, dat het de dik—
tatuur voorstond. Voorts wees
hij op de naar zijn mening er
barmelijke resultaten van het
fascisme. Mussolini's politiek
zat aan de grond. In de begro
ting zat een groot gat. De
Oranje-gezindheid van deze par
tij was slechts een politieke
manoeuvre
Verheul wees op het groeiend
aantal fascisten in Nederland.
Hij noemde een getal van
150.000. Hij had niets te maken
met hetgeen in Duitsland en
Italië gebeurde. Daarom had
hij verwacht, dat Matthijsen
over Nederland zou spreken.
Na in korte trekken zijn eigen
ideeën weergegeven te hebben
(ideeën die we eerder bij Jan
Baars tegenkwamen), deed hij
nog een felle aanval op het
bestuur van het NVV, dat vol
gens hem 807» van de inkomsten
aan onkosten besteedde.
De repliek van Matthijsen was
fel. De groep-Baars was onbe
langrijk. Hij wilde de geest
van het fascisme beschrijven.
Het gesprokene van Verheul be
schouwde hij als kletskoek.
Een weerwoord had Verheul niet
in zijn dupliek. Het bleef bij
bespelen van sentiment.
Het kostte menig aanwezige de
nodige moeite om zich rustig
te houden. In de zaal was het
tijdens het debat nogal eens
onrustig. Geen wonder, dat pas
tegen half twaalf het debat
gesloten kon worden. (26)
Slot
Ik rond af. In kort bestek heb
ik een beschrijving van de ANFB
proberen te geven. Door gebrek
aan gegevens is deze alles be
halve volledig. Zo weet ik niet
hoeveel leden er waren, waar
zij vandaan kwamen, wat hun
motivatie was, wat hun aktivi-
teiten waren, hoe hun propagan
da georganiseerd was, hoe het
zwarthuis gefinancierd werd,
enz.. Voor informatie hierover
houd ik mij aanbevolen.
Wel hoop ik, met de mij ter
beschikking staande gegevens,
enigszins een beeld te hebben
kunnen geven over de bij de
ANFB levende ideeën, en de posi
tie van de ANFB in het politie
ke karakterveld.
Nogmaals zij gesteld, dat de
ANFB en het fascisme en natio-
naal-socialisme in Schiedam
een minderheid zijn gebleven;
op het 'hoogtepunt' werd echter
meer dan 67» van de stemmen be-
70