MONDELINGE HISTORISCHE
DOCUMENTATIE (11)
H. Stolk
1945
Duitsland was verslagen, de
bezettingstroepen probeerden
zich zo snel en zo ordelijk
mogelijk uit ons land terug
te trekken.
Het was op een zondag, dat ik
op bezoek was bij mijn ouders.
Zij woonden in een benedenwo
ning aan de Rotterdamsedijk.
Mijn jongste zuster, die met
Verwey getrouwd was, woonde
in hun nabijheid. Ik was mis
schien een kwartier bij mijn
ouders, toen Anton Verwey opge
wonden binnenkwam, hij had een
boodschap voor mij. Hij was
gebeld door mijn vrouw. Ik moest
onmiddellijk naar huis komen.
Er was nl. een Duitse officier
bij ons aan huis geweest die
gezegd had, dat Stolk de paar-
denslachter zich zo spoedig
mogelijk bij de Duitse weer
macht aan de Havendijk moest
melden. Er moest daar een paard
geslacht worden. Dit was een
bevel waar ik moeilijk onder
uit kwam. Het was bovendien
een lastig karwei, want er wa
ren geen gereedschappen voor
handen. Zo waren er geen burrie,
geen takels en ga zo maar door.
Enfin, ik zou wel zien hoe ik
dit karweitje zou oplossen.
Anton Verwey bood aan om te
helpen, hij zei: "Dat kunnen
we samen toch wel doen. Mag
ik mee lopen?" Ik zei: "Wel
ja, wellicht kun je ergens mee
helpen." Maar ik dacht bij me
zelf, wat moet ik met hem. Wat
weet een bakker (want dat was
hij) nu van slachten? Zo gingen
we dus op weg naar mijn huis.
En opeens wist ik het. Dat ik
daar nu niet eerder aan gedacht
had! Ik ging Henk Daalmeijer
opzoeken. Hem had ik kort gele
den nog geholpen met een koe
slachten voor een boer. Henk
zat zonder vlees voor zijn ge
zin, en zoals iedereen had ook
hij geen bonnen meer. Daalmeijer
was thuis, ik vertelde hem het
geval, en natuurlijk was hij
bereid om te helpen. Henk pakte
wat spullen bij elkaar en trok
ander goed aan. Ook ik ging
mij thuis verkleden, het was
immers zondag. Ik zocht ook
nog wat spullen bij elkaar,
die we zouden kunnen gebruiken.
Gemakkelijk zou het niet wor
den.
Het gebouw waar we naar toe
moesten lag maar een paar minu
ten bij ons vandaan. Wij werden
opgevangen door een paar bewa
kers, die de officier waarschuw
den. Deze verscheen onmiddel
lijk en zei ons hem te volgen.
We liepen het gehele gebouw
door tot aan de achterkant,
waar een ruime plaats was, bij
een haventje. Daar lag het
paard, dat kort tevoren door
de officier was doodgeschoten.
Het paard was pas 5 jaar oud,
maar het was onderweg kreupel
geworden en niet meer geschikt
77