het koelkastloze tijdperk in
één keer weg te werken. Geen
wonder dat Ten Bokkel Huinink
er over klaagde dat niet alle
werklozen dit "uitnemende voe
dingsmiddel" gebruikten. Andere
gesubsidieerde voedingsmiddelen
waren vet, vis, groente in blik
of gezouten en zelfs zo nu en
dan vers, tomatensoep in blik
en margarine. Ten Bokkel Hui
nink achtte de kwaliteit van
de margarine niet al te hoog.
Hij adviseerde om ze te ver
mengen met goede boter of om
ze te vitaminiserenDe werk
lozen waardeerden de goedkope
margarine beter en waren vooral
van mening dat de op de bon
verkrijgbare hoeveelheden te
gering waren. Overigens maakten
veel werklozen, vanwege het
stigmatiserende karakter, zo
min mogelijk gebruik van de
slechts voor werklozen verkrijg
bare voedingsmiddelen. Al met
al werd de situatie er nauwe
lijks beter op. (13).
De voedingstoestand van de
Schiedamse werklozen in 1934/'35
kwam in grote lijnen overeen
met de situatie elders in het
land. De vermindering van in
komsten dwong de werklozen tot
bezuinigen. Aangezien dit op
de vaste lasten, met name huur
en brandstof, nauwelijks moge
lijk was, bezuinigde men op
allerlei variabele kosten, on
dermeer de voeding. Er trad
een duidelijke verschraling
van het dieet op. Enkele duur
dere voedingsmiddelen zoals
vlees en vleeswaren, goede bo
ter, verse groenten en fruit
verdwenen grotendeels van het
menu, terwijl de totale voe
dingswaarde van het voedsel
pakket tot onder het minimum
daalde. (14). Het komt ook over
een met de herinneringen van
veel slachtoffers. Echt honger
hebben slechts weinigen gele
den. Een dieet van 2569 calo
rieën per dag is zeker geen
hongerdieet, maar de hoeveel
heid en vooral de kwaliteit
van de voeding was van dien
aard dat de gezondheid en dan
met name de weerstand van veel
werklozen er onder geleden moet
hebben. We hebben het dan al
leen over de lichamelijke ge
volgen van de werkloosheid.
De Rooy acht de psychische ge
volgen minstens zo kwalijk.
Hij wijst op het feit dat er
binnen het Nederlandse zuilen
systeem nauwelijks plaats voor
de werklozen was en op de apa
thie, het gebrek aan vertrouwen
in de toekomst en de politiek
onder de werklozen. (15).
Ik ben mij er van bewust dat
er in dit artikel slechts een
klein onderdeel van de levens
omstandigheden van de Schiedam
se werklozen in de crisisjaren
wordt behandeld. Verder onder
zoek, vooral archiefonderzoek
zal nodig zijn om het beeld
verder in te vullen. Aangezien
de archieven vanaf 1935 pas
de komende jaren openbaar zul
len worden is dit nog niet moge
lijk, maar ik wilde u de gege
vens uit het boek van Ten Bokkel
Huinink niet onthouden.
Noten
(1) P. de Rooy, Werklozenzorg en werk
loosheidsbestrijding 1917-1940.
Landelijk en Amsterdams beleid,
(Amsterdam 1978).
(2) Schied amsche Courant 7-7-1934,
9-7-1934 en 10-7-1934.
(3) S.A. Ten Bokkel Huinink, De voe
ding van de gezonde en zieke werk-
loozen (Rotterdam 1936).
110